We moeten steeds meer inleveren en de overheid biedt geen alternatieven, maar er is hoop, je kunt ook leven zonder geld.
De gewoonte van geld:
Wij vinden geld de gewoonste zaak ter wereld. We weten in Nederland niet beter dan dat je moet werken voor je geld en dat je met dat geld alles kunt kopen wat je nodig hebt. Wij kunnen ons dan ook niet voorstellen dat er landen zijn waar mensen van 2 euro per dag rond moeten komen. Dit komt echter omdat wij alleen maar denken in termen van geld als beloning voor werk. Hierbij moeten we een zeker bedrag per uur verdienen omdat we er anders niet van kunnen leven. Omdat ik ook hier in deze tijd opgegroeid ben reken ik ook altijd zo. Toch zijn er ook in deze tijd mensen op onze wereld die zonder geld kunnen leven. Ik stond hier vorig jaar eigenlijk voor het eerst echt bij stil.
Leven zonder geld:
Ik was vorig jaar een paar weken in het zuiden van Argentinië om de mensen daar te leren hoe ze pioenrozen moesten oogsten. Het bedrijf dat de pioenrozen teelde huurde voor de oogst arbeiders in uit de directe omgeving. Ze kwamen allemaal uit een nabijgelegen dorp en ze waren allemaal familie van elkaar. Het waren rasechte Argentijnen, Zuid Amerikaanse Indianen dus. De arbeiders zagen er op het eerste gezicht, gekleed in spijkerbroek, t-shirt en met een baseball cap op, heel modern uit maar gaandeweg de week kwam bij mij steeds meer het besef dat dit niet zo was. Het bleek dat het oogsten van de pioenrozen namelijk het enige werk was wat er voor hen was in de directe omgeving. Het was het enige werk waar ze een paar weken per jaar geld mee konden verdienen. Ze werden contant betaald want ze hadden namelijk geen bankrekening. Geen bankrekening, wel een mobiele telefoon maar geen bankrekening. Ze kregen zwart betaald dus ze betaalden geen belasting of premies. Maar dus ook, geen werk meer, geen geld meer. Toch zagen ze er allemaal goed uit. Toen besefte ik dat geen geld niet hoeft te betekenen dat je ook arm bent. Deze mensen woonden in zelfgebouwde huisjes, bewerkten een stukje land en hadden wat vee. Wij zijn dit helemaal vergeten maar een koe die in de natuur zijn eten verzameld krijgt ieder jaar een gratis jong. Dit jong kun je na een bepaalde tijd opeten maar je kunt het ook na een bepaalde tijd ruilen voor bijvoorbeeld 20 spijkerbroeken.
De schoonheid van ruilhandel:
Als je aan ruilhandel denkt denk je aan primitieve mensen uit een ver verleden maar het fenomeen ruilhandel is dus nog springlevend. Het voorbeeld van de koe spreekt het meest voor zich. Het vervolg van die ruil vond ik zelf ook heel mooi. De man die de koe geruild had voor 20 spijkerbroeken had een winkel. De koe had hij na de ruil geslacht en het vlees at hij in de loop van de tijd op met zijn gezin. De huid maakte hij schoon en looide hij tot leer. Hier maakte hij allerlei dingen van zoals traditionele indianen tassen, traditionele indianen schoenen enzovoorts. Op de laatste dag voor mijn vertrek ging ik naar zijn winkel om een paar mooie souvenirs te kopen voor mijn vrouw. Ik zag dat de lederwaren heel goedkoop waren dus ik besloot een paar mooie traditionele indianen sandalen, een mooie traditionele indianen tas en een mooie traditionele indianen portemonnee voor mijn vrouw uit te zoeken. Ik vond al gauw een paar rijkelijk met indianen patronen versierde sandalen. Ook een rijkelijk met indianen patronen versierde tas vond ik al snel maar een indianen patronen versierde portemonnee kon ik niet vinden. Na een minuut of vijf intensief zoeken vroeg ik aan de eigenaar van de winkel waar de portemonnees lagen. De eigenaar glimlachte beleefd en zei: “Er bestaan geen traditionele indianen portemonnees want indianen hebben geen geld”.
Conclusie:
Leven zonder geld is heel goed mogelijk maar wij zijn het verleerd.
Bedankt voor het lezen van mijn artikel:
Graag lees ik je reactie, positief of negatief, ik waardeer elke reactie want daar leer ik zelf weer van. Vind je mijn artikel het lezen waard, stuur de link dan a.u.b. door naar je contacten. Ik wens je veel plezier met het lezen van mijn andere artikelen.
M.vr.gr. Dik Laan
© Dik Laan 2011 (voor ieder gebruik van de tekst van dit artikel is toestemming nodig)