Ik herinner me nog de dag dat ik hier kwam wonen, alsof het gisteren was. Vanuit dat muffe winkelrek, naar zo’n statig herenhuis; nou dat vond ik wel wat. Maar je moet je er niet te veel bij voorstellen hoor. Zodra we thuis kwamen, werd ik op de grond gelegd, in de gang bij de voordeur….en daar lig ik nog steeds.
Het moet al zeker een jaar of twaalf, dertien geleden zijn intussen. Toen was ik nog jong en een heel stuk knapper uiteraard. Pfft, wat was ik toch een naïeve domme gans! Ik heb intussen al heel wat van mijn pluimen verloren; of moet ik haren zeggen? Maar ja, wat wil je….ik word hier dan ook wel het minst gerespecteerd van allemaal. Iedereen veegt zijn voeten maar aan me af; de ene al wat heviger dan de andere.
Neem nou Fred, met zijn drieënnegentig kilo! ‘De nieuwe man’ noemt hij zich. Ik dacht dat nieuwe mannen het huishouden deden; de was en de plas; of de gang boenen en de deurmat netjes stofzuigen? Nee hoor, ’s ochtends als de rest van de bende vertrokken is, dan gaat ie de deur uit, voor de krant. En hupsakee, vijf minuten later is hij al weer terug. Met zijn zware laarzen aan…en maar vegen… Na de krant moet hij zo nodig boodschappen gaan doen en daarna bij de buurvrouw langs en dan nog even gauw een brief gaan posten. En keer op keer die zware vieze voeten op mijn arme lijfje; en dan is de dag nog maar net begonnen!
Of Marianne, zijn vrouw…..met die fijne naaldhakken! Wat ben ik blij dat dat mens een drukke baan heeft, zeg! Die zie ik gelukkig maar twee keer per dag. En dan heb je de postbode nog; ie-de-re dag hetzelfde liedje! Als hij nu nog een zacht rozig envelopje met één of andere bloemengeur door de klep liet glijden…maar néé, ie-de-re dag opnieuw een dik pak post. Dat smijt ie dan knal(!) door de brievenbus naar binnen. Om van de hond nog maar te zwijgen…. die sleurt met zijn tanden soms hele stukken uit mijn kleed! Alleen Johanna, de dochter des huizes, die vind ik wel leuk. Toen ze nog klein was, kwam ze vaak op me liggen. Dat was lekker warm, en ze rook ook heerlijk naar van die babyspulletjes. En nu ze wat ouder wordt, is ze aandoenlijk om te zien. Vooral wanneer ze weer een nieuw vriendje heeft; al dat gefluister om pa en ma niet wakker te maken en dan dat gestuntel voor de eerste kus….ja, daar heb ik al heel wat plezier aan beleefd!
Maar ach, dat gebeurt ook niet zo dikwijls. Meestal is het hier voor mij maar een saaie boel hoor. En vies! Iedereen die hier in en uit loopt en al die troep blijft in mijn haren hangen. Vooral ’s winters, na zo’n smerige regenbui. Zelf trekken ze meteen schone kleren aan, of gaan in de douche, maar ik? Nee, aan mij wordt niet gedacht…tot Fred weer eens op zijn kop krijgt dat het huis dringend een beurt nodig heeft. En weet je wat ie dan met me doet? Dan neemt hij me mee naar buiten en mept me net zolang tegen de muur, tot alle vuiligheid verdwenen is…..tja, het valt écht niet mee om een deurmat te zijn….
Dit verhaaltje heb ik enkele jaren geleden geschreven als oefening voor een schrijfcursus.