Geschiedenis van de Parade in Den Bosch

De Parade in Den Bosch is vandaag de dag een druk plein met gezellige cafés, restaurants en tavernes. Vroeger was de Parade echter een begijnhof gevestigd met mannen en vrouwen die hun leven toewijdde aan het Rooms-katholieke geloof. Voor je een bezoek brengt aan de Parade in Den Bosch is het leuk om iets te weten over de geschiedenis. Parkeren Den Bosch kan op diverse plekken in de buurt van de Parade, zoals in het net opgeknapte Parkeergarage Sint Jan. 

 

 

In de middeleeuwen bevond men zich tussen de begijnen op de Parade. Begijnen waren mannen en vrouwen die in een begijnhof verbleven om hun leven te wijdden aan het Katholieke geloof. Zij legden echter geen beloftes anders dan de kuisheidbelofte af aan de kerk, zodat ze wel in het bezit mochten zijn van (on)roerend goed. Begijnen zijn tegenwoordig uitgestorven, de laatste stierf in 2013 in België. 

 

 

Van het begijnhof aan de Parade is vandaag de dag niet veel terug te zien, behalve een grafsteen die afkomstig is uit de kerk van de begijnen. Het is het grafsteen van een vrouw met een oud Nederlandse tekst erop en is gelegen aan de voet van het standbeeld van de evangelist Sint Jan. Dit standbeeld staat overigens dichtbij de ingang van de gelijknamige kathedraal in Den Bosch. Hoe deze grafsteen zijn weg heeft gevonden naar zijn huidige plek is tot nu toe nog onbekend. 

 

In 1675 stierf in het begijnhof aan de Parade in Den Bosch al de laatste begijn aangezien Frederik Hendrik van Oranje, de vorst die toen aan de macht was, tegen de komst van nieuwe begijnen was. Pas ruim een halve eeuw later, in 1749, werd het in verval geraakte begijnhof gesloopt en werd plaatsgemaakt voor de Parade zoals we hem kennen. In die tijd was het plein bedoeld voor parade en oefeningen voor de plaatselijk gestationeerde soldaten. 

 

De paarden van de soldaten hadden in de buurt een stal nodig, en om die reden werden er rond 1750 drie paardenstallen van steen gebouwd. Toen in 1930 het leger de stad verliet, werden ook de stallen gesloopt om op die plaats een schouwburg te bouwen. De schouwburg werd uiteindelijk te klein voor de sociëteit die er huisde en er kwam een nieuw pand die we tegenwoordig kennen als het Theater aan de Parade. 

 

De horeca op de Parade kwam pas in de jaren vijftig op gang. Jan de Backer was de eerste bakkerij op het plein en stond bekend om de authentieke Bossche koek. In 1954 opende het eerste café haar deuren: De Bonte Os. Tegenwoordig is in dit pand de kroeg ‘Hart van Brabant’ gevestigd. Slechts twee kroegen, De Bonte Os en ‘t Pumpke, waren gevestigd aan de Parade toen de gemeente het plein aan een herinrichting onderwierp. Er kwam onder andere een bredere stoep die moest dienen als terras voor de nieuwe cafés. Deze kwamen na de herinrichting als paddenstoelen uit de grond geschoten. De Parade werd echter officieel nog steeds niet ‘de Parade’ genoemd, dat gebeurde pas in 1967 toen de straat rondom het plein ook de naam kreeg van het plein.