Bij "gedichten voor kinderen" denken velen aan overbekende en het liefst rijmend kinderversje of aan een gedicht dat ze ooit uit het hoofd moesten leren. Maar gelukkig zijn er leerkrachten die graag en met overtuiging kinderen binnenvoeren in de wondere wereld van poëzie.
Heel veel kinderen komen al vroeg en bijna automatisch in contact met poëzie. Hun ouders, grootouders of oppasmoeder kennen vaak nog wel rijmpjes en versjes die het nog altijd goed doen en die meteen een stukje cultuur overdragen. Samen met de bekende en eenvoudige kleuterliedjes moeten ze gekoesterd worden en mogen zeker op school de nodige aandacht krijgen. Er zijn in de loop van de jaren leuke bloemlezingen verschenen en een aantal daarvan is nog steeds verkrijgbaar: aanbevolen materiaal.
Gedichten voor kinderen
Ook voor jonge kinderen die de rijmpjes zijn ontgroeid, is er een uitgebreid aanbod van auteurs die zich als het ware gespecialiseerd hebben in deze vorm van dichten. De onderwerpen van de versjes zijn simpel, herkenbaar en levensecht. De gedachten die aan bod komen zijn duidelijk en niet te abstract. De gevoelens zijn "uit het leven gegrepen", en de humor sluit aan bij het bevattingsvermogen van kinderen. Ook hier spelen ritme en rijm een belangrijke rol, hoewel er ook wel eens van afgeweken wordt. Voorbeelden van auteurs: Ienne Biemans, Luc Depondt, Karel Eykman, Lida Dijkstra, Wim Hofman, Hans en Monique Hagen, Riet Wille en Ilse Elders.
Er is een ruim aanbod op maat, dus ook voor de oudere kinderen. Misschien dat we dan kunnen spreken over "echte" poëzie met literaire bijklank. Ze wordt ook wel "overbruggingspoëzie" genoemd omdat ze de brug vormt tussen de kinderversjes en de (toegankelijke) poëzie voor volwassenen. Inmiddels is deze grens ook aan het vervagen. Enkele namen van auteurs: Frank Adam, Ed Frank, Eva Gerlach, Mieke van Hooft, Ted van Lieshout, Johanna Kruit, Wiel Kusters, Erik van Os, Willem Wilmink, Andre Sollie en Leendert Witvliet.
Waarom is kinderpoëzie belangrijk?
Er zijn minstens twee redenen waarom we kinderen de kans moeten geven om in aanraking te komen met poëzie en het zelf schrijven ervan: het ontdekken en verrijken van het eigen gevoelsleven en het ontwikkelen van een grotere taalgevoeligheid.
Poëzie spreekt heel veel kinderen aan. De muzikaliteit, het ritme, de rijm, de aparte zeggingskracht, de speciale benadering van de werkelijkheid, de ruimte voor fantasie en het spelen met taal raken kinderen wel degelijk. Poëzie kan kinderen (en volwassenen) helpen om "anders" naar de wereld te kijken. En dat anders kijken, kan helpen om dingen beter te begrijpen of te aanvaarden, om troost te vinden of (h)erkenning, of bevestiging, om ruimte te geven aan weemoed, om weg te dromen of om opgekikkerd te worden, om te lachen. Kortom: poëzie helpt!
Wat te doen als begeleider?
Als begeleider moet je een uitgesproken attitude hebben of ontwikkelen. De eerste voorwaarde is dat je jezelf, zonder vooroordelen, openstelt voor poëzie. Bekijk het aanbod van de bibliotheek en neem eens een bloemlezing mee naar huis. Dankzij de gevarieerde inhoud vind je vast iets wat je aanspreekt. Voor je het weet heb je dan de smaak te pakken en kan het "poëzieonderricht" beginnen. Vijf tips:
- Lees vaak en veel gedichten in de klas (voor)
- Laat je enthousiasme voor een gedicht blijken
- Laat kinderen zelf ontdekken
- Probeer niet met elk gedicht iets te doen
- Stel je manier van werken in dienst van het gedicht
En vooral: ga ervoor!
Dorssemont, R. & Manderveld,M (2008) Naar meer leesplezier. Wielsbeke, De Eenhoorn.