In dit artikel wordt verteld over Schlieman de ontdekker van Troje. Hij is niet alleen belangrijk geweest voor de ontdekking van Troje Hij is ook belangrijk geweest voor onze kennnis over de Myceense beschaving waar op enig moment de bekende koning Agamemnon de scepter zwaaide. Ingegaan wordt op de bloei periode van de Myceense beschaving en de onvermijdelijke ondergang van dit rijk.
Heinrich Schliemann en de Myceense beschaving
Toen hij 60 was geworden woonde de steenrijke archeoloog Schliemann in de mooiste villa van Athene met uitzicht op de Akropolis. Hij woonde daar met zijn beeldschone vrouw Sophia, die hij via een foto uit een aantal huwelijkskandidaten die een zakenvriend hem had voorgelegd uit had gekozen. De twee kinderen uit huwelijk had hij, geheel naar zijn levensdroom, Andromache en Agamemnon genoemd. Vanaf het moment dat hij bediende was in de groentegroothandel van zijn oom en hij een dronken man met veel verve over Troje had horen vertellen was het zijn doel geworden om te bewijzen dat Troje echt had bestaan en niet zomaar een verhaal was. Hij was rijk geworden in de handel. In Sint – Petersburg had hij zijn fortuin gemaakt. Toen dat eenmaal was gebeurd begon voor hem pas het echte leven. Hij besloot zich van zijn Russische vrouw te laten scheiden en naar Turkije af te reizen naar de plaats Hissarlik waarvan hij vermoede dat in vroeger tijden Troje zich had bevonden.
Schlieman wordt wereldberoemd en verlegt zijn werkterrein
In het najaar van 1871 begon hij met de werkzaamheden die hij geheel uit eigenmiddelen bekostigde. Hij was het die met groot succes aantoonde, dat het hier inderdaad Troje betrof. Hij werd er wereldberoemd door. Door dit succes gesterkt besloot hij om zijn werkzaamheden te verplaatsen naar het vasteland van Griekenland. Hij begon zijn werk op de Peloponnesos. Hier ging hij op zoek naar de plaatsen Mycene en Tiryns zoals genoemd worden in de legenden over Perseus . Hier hoopte hij ook schatten te vinden bij deachtigste vijand van Troje. Er deden de verhalen de ronde over de rijkdom van het goudrijke Mycene waar Agamemnon koning was geweest. In eerste instantie was er niet veel meer te vinden. De graven die hij vond waren dermate geplunderd dat er nauwelijks iets van waarde gevonden werd. Toch werd er na hard werken zo af en toe wel iets veilig Het betrof gouden bekers en wapens en sieraden. Deze vondsten wezen erop dat er vroeger grote rijkdom moest zijn geweest. Het goudrijke Mycene was kennelijk niet allemaal onzin geweest. Het meest opvallende waren de vondsten van een aantal maskers van goud, die aan Egyptische dodenmaskers doen denken. Schliemann vermoedde dat dit het dodenmasker van Agamemnon geweest moest zijn. En zo wordt de vondst dan ook genoemd. Latere onderzoekingen hebben aangetoond dat het masker ouder was dan de tijd waarin Agamemnon geleefd zou hebben.
De Myceense beschaving en het verdwijnen daarvan
Anders dan de oudste bewoners van die streek spraken de inwoners van Mycene Grieks. Andere steden zoals Thebe en Athene bloeiden in deze periode ook.Hoe de Myceners naarGriekenland kwamen blijft een raadsel Zij hadden veel van de cultuur van de technologie van de Minoïsche beschaving van de Hittieten en van Syrië en Palestina overgenomen. Het bestuur werd gedomineerd door oorlogskoningen.
Rond 1550 behaalden zij, met de verovering van Kreta, een belangrijke triomf. Zij vernielden de meeste paleizen maar Knossos bleef gespaard. Tot ongeveer 1375 bleef de situatie zo, totdat zij hun machtsbasis op Kreta verloren. Rond 1200 v.Chr. is er sprake van dat de fortificaties rond Mycene vernietigd zijn. Op basis van ondermeer deze opgravingen wetenwe dat we de het hoogtepunt van de Myceense beschaving moeten plaatsen in de periode 1600 tot 1400 v. Chr. Hier werden ook veel tabletten van het lineair B gevonden. Rond de 14e en 13e eeuw v. Chr. werden er rond de stad fortificaties en versterkingen aangelegd.Plotseling echter werden deze fortificaties vernield. Waardoor is niet bekend. De resultaten van de ineenstorting van het Myceense beschaving waren verreikend. De strak georganiseerde paleiseconomie stortte in en verdween om nooit meer terug te keren. Het ineair B raakte in onbruik om pas in 1952 herontdekt te worden. De paleizen uit de verhalen werden verwoest hoewel Knossos en Tiryns, in verarmde toestand, bewoond bleven .