Kültepe – in de provincie Kayseri in Turkije – is een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen uit de Bronstijd. Het is vooral bekend en belangrijk vanwege de enorme hoeveelheden kleitabletten met spijkerschrift – tot nu toe een kleine 25.000 stuks – die er gevonden zijn. Deze kleitabletten vormen het startpunt van de gedocumenteerde Anatolische beschaving.
De Vroege Bronstijd in Turkije
De Neolithische periode – ook wel Nieuwe Steentijd genoemd – werd in Anatolië door de ontdekking van brons opgevolgd door de Bronstijd. Brons is een legering van koper en tin. Het werd voor het eerst gebruikt in de omgeving van Mersin, rond 3200 voor het begin van onze jaartelling. Heel geleidelijk werd brons ook in Europa gebruikt en dat verklaart waarom de Bronstijd in Turkije rond 3200 v. Chr. begint en in bijvoorbeeld Nederland pas 1400 jaar later. In Europa heeft er nog een Kopertijd gelegen tussen de Nieuwe Steentijd en de Bronstijd.
De ontdekking van brons
Al in 6900 voor het begin van onze jaartelling werd er in Turkije koper gewonnen en gebruikt voor het vervaardigen van onder andere priemen en kralen. Koper werd toen nog in koude staat door middel van hameren in de gewenste vorm gebracht. Rond 5500 v. Chr. werd de techniek van het smelten en gieten in mallen ontwikkeld. Toch werd koper niet grootschalig toegepast omdat het materiaal relatief zacht is. Voor wapens en werktuigen bleef steen de belangrijkste grondstof.
Koper was nooit helemaal zuiver; het bevatte altijd sporen van andere elementen zoals zilver, ijzer, arseen, bismut of lood. De smeden moeten al snel in de gaten hebben gehad dat deze elementen verschillende eigenschappen aan het koper gaven. Zo maakt lood het koper zachter en bismut maakt koper bros. Arseen maakt koper harder en duurzamer maar de giftige dampen die vrijkomen bij het verhitten, zullen menig slachtoffer geëist hebben! Smeden zullen ongetwijfeld geëxperimenteerd hebben met het toevoegen van verschillende elementen en het is aannemelijk dat op deze manier het brons is uitgevonden. Tin maakt dat koper een stuk harder wordt en minder krimpt bij afkoeling. Bovendien verlaagt tin het smeltpunt van koper en verhoogt het de vloeibaarheid van gesmolten koper. Vanaf het moment dat brons was uitgevonden, konden wapens en allerlei werktuigen en gebruiksvoorwerpen van metaal gemaakt worden en dat was een enorme vooruitgang op het gebruik van steen.
De handel in koper en tin
Belangrijke koperwingebieden in en rond Anatolië waren Cyprus en het Zwarte Zee gebied. Tin komt van nature niet voor in Anatolië en daardoor was men voor de vervaardiging van brons afhankelijk van andere landen en volkeren. Rond 2000 v. Chr. was de handel in tin vrijwel geheel in handen van de Assyriërs, een rijk met als hoofdstad het aan de Tigris (in het huidige Irak) gelegen Assur.
Anatolië bestond in die tijd uit verschillende grote en kleinere koninkrijken en de Assyriërs hadden met elk van deze rijken afspraken gemaakt die o.a. te maken hadden met de veiligheid van de handelaren, het monopolie op de handel in tin en textiel, belastingen en tolheffingen. De Assyriërs vestigden in zo’n veertig plaatsen in Anatolië hun handelskolonies. Zij verhandelden voornamelijk tin en textiel (gemaakt van wol) dat in Assur door de vrouwen vervaardigd werd. Het werd verkocht tegen zilver, goud (in mindere mate) en koper dat volop aanwezig was in Anatolië. Vooral zilver deed dienst als geld om mensen en instanties voor hun diensten te betalen: voor overnachtingplaatsen, tol, eten en drinken, belastingen. En natuurlijk werd er van het zilver weer tin en textiel in Assur gekocht om in Anatolië te verkopen.
Kültepe
Ongeveer 20 kilometer ten noorden van Kayseri ligt een belangrijke archeologische vindplaats uit de Bronstijd: Kültepe. Kültepe – wat Asheuvel betekent vanwege het grauwe stuifzand dat er ligt – bestaat uit de stad Kanesh plus een naastgelegen handelsnederzetting; de ‘karum’. Deze karum is de belangrijkste handelskolonie van de Assyriërs geweest; van hieruit werden de andere handelskolonies aangestuurd.
Kültepe is vooral bekend vanwege de enorme hoeveelheden kleitabletten – tot nu toe een kleine 25.000 stuks – die er gevonden zijn. Deze kleitabletten vormen het startpunt van de gedocumenteerde Anatolische beschaving.
De kleitabletten
Ongeveer 5000 jaar geleden waren het Assyrisch en het Babylonisch in het internationale verkeer net zo belangrijk als later het Latijn en tegenwoordig het Engels. De Anatoliërs kenden nog geen eigen schrift en begonnen het spijkerschrift van de Assyrische kooplieden over te nemen. In Kültepe zijn diverse kleitabletten met taal- en rekenlessen gevonden.
De Assyriërs legden alles vast wat met geld te maken had; leveringscontracten en schulden, maar ook zijn er testamenten gevonden, documenten betreffende adoptie en huwelijkscontracten met boeteclausules als één van de beide echtelieden wilde scheiden.
Daarnaast zijn er persoonlijke brieven gevonden, soms zeer emotionele, geschreven door de vrouwen en andere familieleden uit het verre Assur.
Officiële stukken werden in het bijzijn van getuigen opgesteld en daarna werden de tabletten van een tweede kleilaag voorzien, een ‘envelop’, waarop de korte inhoud van het document werd weergegeven. De envelop werd verzegeld en het geheel werd vervolgens in de archieven bewaard of verstuurd naar Assur.
Hoewel de Anatoliërs zich ook van het spijkerschrift bedienden, was hun stijl toch anders; vooral wat betreft het dateren van de documenten. Zo maakten de Anatoliërs slechts gebruik van aanduidingen als ‘wanneer de druiven geplukt worden’ of ‘in de lente’, terwijl de Assyriërs al een systeem van jaar- én weekaanduiding hadden. In Assur, de thuishaven van de Assyriërs, werd ieder jaar een nieuw hoofd van het stadhuis door het lot aangewezen, een zogenoemde limun. In de documenten werd ‘het jaar waarin X limun was’ als datering gebruikt. Ook werkten er klerken die bij toerbeurt een week hoofd van de afdeling waren en door te verwijzen naar de dienstdoende klerk, werden weken aangeduid.
Een limun had veel macht; hij ging over de betalingen van belastingen en hij kon mensen die de belastingplicht niet voldeden, uit hun huizen zetten. Het feit dat deze limun na een jaar weer een gewoon man was, zorgde ervoor dat hij naar eer en geweten handelde.
Probleem was natuurlijk in welke volgorde de limuns hun functies vervulden. In 1994 is de eerste lijst met de namen van 129 van deze functionarissen gevonden, en aan het begin van deze eeuw een tweede. Samen geven ze de namen van ruim 250 limuns. Aan de hand van verwijzingen in de documenten naar belangrijke gebeurtenissen die op basis van andere bronnen al gedateerd waren, konden alle ‘limun-jaren’ van een jaartal voorzien worden en mede daardoor kon er ook een lijst van heersende koningen worden opgemaakt. De periode beslaat 254 jaar: van 1974 tot 1720 voor het begin van onze jaartelling.
Andere handelsnederzettingen in de Bronstijd
Uit de documenten heeft men kunnen leren dat er zo’n dertig Assyrische kolonies waren en een tiental kleinere pleisterplaatsen voor de handelaars. Slechts drie van deze veertig nederzettingen zijn tot op heden met zekerheid geïdentificeerd en (deels) opgegraven: Kanesh, Hattusa (het huidige BoÄ?azkale) en Amkuwa (Alishar). Bij de grote archeologische vindplaatsen Acemhüyük en Konya Karahüyük zijn ook restanten uit de Assyrische tijd gevonden maar de bijbehorende karums zijn nog niet gevonden en men kan niet met zekerheid zeggen wat de namen waren van deze oude handelskolonies. Ongetwijfeld zullen de komende jaren meer Assyrische handelssteden worden blootgelegd. De meeste kans maken de gebieden langs de langste rivier van Turkije: de Kızıl Irmak (Rode Rivier) ook wel aan elkaar geschreven als Kızılırmak.
Er valt dus nog veel te ontdekken in het rijke Anatolië!
Anatolia's prologue Kültepe Kanesh Karum