Het begin van de twintigste eeuw was een periode van vernieuwing voor de Russische kunsten, met grote namen als Nijinski, Stravinsky, Satie en Prokofiev.
Sinds het boek Vaslav van Arthur Japin, lijkt Vaslav Nijinksi de meest bekende figuur die ooit aan het Russisch Ballet verbonden was. Zelfs de oprichter van het ballet, Serge Diaghilev, komt zo’n beetje in zijn schaduw te staan. Er wordt graag ingezoomd op de homoseksuele relatie die beide mannen een tijdlang onderhielden. Maar wie zich begint te verdiepen in het Russisch Ballet aan het begin van de twintigste eeuw is sowieso verloren, want de geschiedenis van het Ballet leest als een sprookje.
Le sacre du printemps
Zelfs al is hij tegenwoordig minder bekend dan Nijinski, het was wel Diaghilev die de Russische dans nieuw leven inblies. Hij was een vernieuwer die verschillende artistieke disciplines durfde samen te brengen. In feite begon hij zijn carrière als promotor van Russische schilderkunst, maar in 1910 stichtte hij “The Ballets Russes”.
In tegenstelling tot vele anderen zag hij wel iets in de muziek van Igor Stravinsky, het was immers voor het Russisch Ballet dat Stravinsky zijn “Le sacre du printemps” componeerde. Dit was na “L’oiseau de Feu” en "Petroeskja” het derde balletstuk dat Stravinsky voor het Russische Ballet schreef. Aanvankelijk was het publiek niet zo dol op deze vreemde en repetitieve muziek. Zelfs Diaghilev was niet meteen overtuigd. Tijdens één van de eerste bijeenkomsten tussen beide heren stak Diaghilev zijn verveling niet onder stoelen of banken. Midden in het pianospel van Stravinsky vroeg Diaghilev hem: “Gaat het nog lang zo door?” waarop Stravinsky antwoordde: “Tot op het einde.”
Of het door de muziek van Stravinsky kwam of door de wilde choreografie van danser Nijinksi is niet duidelijk, maar “Le sacre du printemps” werd een fenomenaal succes.
Grote namen
Het zou oneerlijk zijn om het alleen over Stravinsky als componist te hebben, want er waren nog andere grote namen die aan het Russisch Ballet verbonden waren. Ook Claude Debussy, Maurice Ravel, Erik Satie, Richard Strauss, Sergej Prokofiev en Francis Poulenc schreven stukken voor het ballet.
Vaslav Nijinski was ongetwijfelde de danser die het meest voor controverse zorgde, maar naast hem stonden ook Anna Pavlova en Tamara Karsavina op het podium. Veel mannelijke dansers waren er niet. En zelfs Nijinski was op het podium nauwelijks van een vrouw te onderscheiden, zijn kostuums en grime waren ronduit vrouwelijk (Er wordt zelfs gezegd dat zijn toekomstige vrouw Romola aanvankelijk dacht dat hij een vrouw was, deze lesbische vrouw was op slag verliefd).
Diaghilev en Nijinski
Dat Diaghilev een neus had voor vernieuwing mag uit het bovenstaande wel duidelijk zijn, want hij was het die al deze kunstenaars samen bracht. Maar de man had ook een liefde voor jonge mannen, zo werd hij verliefd op de nog heel jonge Nijinski. In zijn dagboek schreef Nijinski dat hij niet van Diaghilev hield, maar zich ook niet wilde verzetten. Het was dan ook zo dat Diaghilev de carrière van Nijinski in handen had.
Toen Nijinksi verliefd werd op de Hongaarse gravin Romola Pulszky en met haar trouwde, werd hij op slag ontslagen uit het Russisch Ballet. En dat zou ook zijn ondergang betekenen, want hij was een buitengewoon danser maar een slecht manager.
Laatste dans
Nijinski ging verder met een eigen formatie, maar dat werd een flop. Er waren zware financiële problemen en de dansers lieten het één voor één afweten. Nijinski verweet hen artistiek onvermogen en raakte overspannen. In Zwitserland danste hij een stuk over de oorlog. Hij kwam op, liet zich vallen, struikelde, vloekte. Het publiek begreep er niets van en was zwaar gechoqueerd. Het zou zijn laatste publieke optreden zijn, want Nijinski werd krankzinnig.
Diaghilev daarentegen, had geen enkel probleem met het vinden van nieuw talent, zijn succes met het Russisch Ballet bleef floreren.
/www.mijnstambomen.nl/ballet/nijinsky.htm; www.wikipedia.com; www.youtube.com;