Helaas wordt de uitspraak 'Het leed dat zadels heet', door paardeneigenaren veel gebruikt. Niet zelden komt het voor dat een zadel niet (meer) goed past. Paarden veranderen van bespiering door verandering in training, worden wat dikker in de zomer of veranderen van bouw door hun leeftijd. Een slecht passend zadel zorgt op lange termijn voor rugproblemen, schouderproblemen en kreupelheden door verkeerde belasting. Maar hoe weet je of je zadel nog past?
Iedere ruiter zal het herkennen dat een paard soms met tegenzin door een hoek loopt, moeilijk buigt of in de verkeerde galop aanspringt. Ook tijdens het aansingelen kan een paard soms chacherijnig reageren. Vaak zoekt men de oorzaak onterrecht bij ongehoorzaamheid van het paard. Misschien is het tijd om de zadelmaker te bellen….
De zadelboom.
De pasvorm van een zadel wordt bepaald door de boom. De boom van het zadel is het harde deel dat de vorm van het zadel bepaalt. Deze is meestal gemaakt van hout, soms ook van kunststof. De boom moet precies de vorm van de rug van het paard volgen en de rug overal raken zonder te knellen. Alleen dan kan de zadelboom doen waarvoor hij is gemaakt, namelijk de druk van het ruitergewicht gelijkmatig verdelen. Als de boom bijvoorbeeld in het midden van de rug niet draagt (dat wordt bruggen van het zadel genoemd), komt er teveel druk op de achterkant van het zadel waardoor je rugproblemen net achter het zadel kunt krijgen. Er ontstaat er op deze manier ook teveel druk achter de schouder van het paard.
Schoudervrijheid.
De boom moet niet alleen voldoende de rug volgen, maar ook voldoende schoudervrijheid bieden zodat de schouder vrij kan bewegen. Een zadel moet dus aan de voorkant breed genoeg zijn, en zo gevormd zijn dat hij niet op de schouder ligt. Een zadel dat te breed is kan ook teveel aan de voorkant gaan drukken en op de schoft komen te liggen. Sommige zadelmerken hebben zadels in hun assortiment met een verwisselbare voorboom. Als een paard iets smaller of breder wordt, dan is de voorkant eenvoudig aan te passen. Het is nog steeds wel belangrijk dat de rest van het zadel ook de rug goed volgt…
Kussenkanaal.
De afstand tussen de kussens van het zadel moet breed genoeg zijn. De ruggenwervel moet altijd vrij blijven. Als de kussens aan de achterkant over de wervel schuiven als je een bocht rijdt is het kussenkanaal te krap. Ook een te breed kussenkanaal zorgt voor problemen. Het zadel draagt dan niet op de juiste plek van de rug.
Kussens.
Bij engelse zadels (dressuur en springen), zijn het de kussens van het zadel die zorgen voor de ruggengraadvrijheid en demping. Deze kussens moeten minstens 1 keer per jaar worden gecontroleerd en zo nodig worden bijgevuld. Het is belangrijk dat de kussens de vorm van de rug volgen en een zo breed mogelijk draagvlak bieden voor een optimale drukverdeling. De zadelkussens zijn meestal gevuld met wol, maar tegenwoordig kom je ook zadels met andere soorten vulling tegen. Je kunt dan denken aan foam, foamvlokken, lucht of een combinatie daarvan. Bij het bijvullen van de kussens moet er goed opgelet worden dat de kussens niet te hard worden. Keiharde volgepropte kussens zijn zeer onaangenaam voor het paard. Sommige zadelmakers passen een zadel op een paard zonder de kale boom op het paard te passen, en maken het zadel eventueel passend door de zadelkussens aan te passen. Uiteindelijk is dit geen goede oplossing. Als de zadelboom de rug niet volgt, heeft het weinig zin om het zadel op de kussens aan te passen. De vorm van de boom verandert niet als je de kussens aanpast. Op deze manier is er dus geen goede drukverdeling te garanderen.
Lengte.
De lengte van een zadel is zeer belangrijk. Een zadel mag niet over de achterste rib van een paard liggen. Als het zadel aan de achterkant langer is, ligt het op een plek waar het paard geen gewicht kan dragen. Het is ook van belang dat het zadel aan de achterkant niet in het gebied van de nieren "prikt".
Zitmaat voor de ruiter.
Een zadel moet naast de juiste pasvorm voor het paard, ook de juiste pasvorm voor de ruiter hebben. Te dikke billen in een te krap zadel zorgen voor extra druk aan de achterkant van het zadel. Ook de lengte van het been van de ruiter bepaalt welke zitmaat er voor de ruiter nodig is. Een ruiter met lange benen komt bij een te klein zadel teveel aan de achterkant van het zadel terrecht, wat ook weer voor een verkeerde drukverdeling zorgt. Soms is het zeer moeilijk om een zadel te vinden voor paarden met een korte rug als er een grote of wat stevigere ruiter op moet. Kinderzadels hebben meestal een zitmaat van 15 of 16 inch, volwassenen hebben meestal 18 inch nodig.
De zadelmaker.
Bij twijfel aan de pasvorm van je zadel is het raadzaam de zadelmaker te bellen, en niet zelf te gaan rommelen. Helaas is "zadelmaker" een vrij beroep en mag dus iedereen zich zadelmaker noemen. Dat iemand zich zo noemt zegt dus niets over de kwaliteit. Er zijn zadelmakers die zich bij een beroepsvereniging hebben aangesloten, en er zijn verschillende opleidingen tot zadelmaker en/of zadelpasser. Het helpt enorm als je zelf over voldoende basiskennis beschikt om het kaf van het koren te kunnen scheiden zodat jij en je paard veel fijne ritten gaan maken met een goed passend zadel.