Zwanen vallen vooral op door hun witte veren en hun lange hals. Het zijn sierlijke en elegante vogels die voor de winter naar warmere oorden vliegen en in het najaar weer terugkomen in Nederland.

Kleine Zwaan

""Elke herfst strijken in Nederland ongeveer tienduizen kleine zwanen (Cygnus bewickii) neer. Deze grote watervogels welke tot de onderfamilie Anserinae (zwanen en ganzen) behoren brengen de zomer door op de West-Russische toendra en zodra de koude inzet, vliegt hij westwaarts, op zoek naar watergroen. Het voedsel bestaat voornamelijk uit waterplanten zoals Fonteinkruidknollen, een ideale bron van koolhydraten. Met hun lange hals kunnen ze in ondiep water makkelijk het voedsel van de bodem plukken.

Populaire verblijfplaats

Het Lauwersmeer in Groningen is een populaire verblijfpaats voor kleine zwanen; ongeveer een derde van de gehele Europese populatie komt op de najaarstrek hierlangs. De winter in Nederland is zacht vergeleken met de Russische toendra dus overwinteren ze hier graag. Op het moment dat de vogels er aankomen, is hun behoefte aan nieuwe energie erg groot. In het lauwersmeer kunnen ze zich tegoed doen aan de rijke fauna van het meer.

Minder vogels

""Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) heeft vastgesteld dat de laatste twee jaar minder kleine zwanen op het Groningse water landen. Waarom dit is, is niet geheel duidelijk, maar de knobbelzwaan (Cygnus Olor) wordt genoemd al een van de schuldigen. Deze zwanen die hier een permanente verblijfplaats hebben, eten 's zomers zo veel fonteinkruid dat er te weinig knolletjes worden gevormd voor de trekkende kleine zwanen.

Wat opvalt is dat de dieren in zachte winters lang in de Baltische staten en ook in Denemarken en Noord-Duitsland blijven hangen. Ook vliegen ze regelmatig door naar Engeland met slechts een korte tussenstop in Nederland om energie op te doen. Zullen deze kleine zwanen dan op korte termijn Nederland overslaan? Dat verwacht het NIOO niet, Nederland kent veel voedselrijke weilanden met voedzaam gras, en de kleine zwanen doen zich tegoed aan de resten van suikerbieten die kort daarvoor geoogst zijn. De akkers zijn gevaarlijker en onrustiger voor de zwanen, maar ze hoeven niet zo intensief naar voedsel te zoeken. De bietenresten liggen zo voor het oprapen.

www.wetenschap24.nl;
www.wikipedia.nl; 
www.nioo.knaw.nl

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in