Het Stockholmsyndroom is een psychisch verschijnsel waarbij het slachtoffer na een gijzeling of ontvoering sympathie krijgt voor de dader. Hierbij verdedigt het slachtoffer de dader meestal en kan het slachtoffer met hem meeleven.
De naam
De verschijnselen van het Stockholmsyndroom komen al heel lang voor, maar in 1973 is de naam Stockholmsyndroom hieraan gekoppeld. In augustus 1973 vond in Zweden de Norrmalmstorg-overval plaats, waarbij mensen werden gegijzeld. Na de gijzeling, die zes dagen duurde, verklaarden veel gegijzelden medelijden te hebben met de daders. Ze namen het voor hen op en zeiden zich bij hun daders op hun gemak te voelen. Hier was dus duidelijk sprake van sympathie voor de dader. Het Stockholmsyndroom is vernoemd naar de plaats van deze gijzeling door de psycholoog Nils Bejerot.
Stockholmsyndroom
Bij het Stockholmsyndroom horen verschillende symptomen. De slachtoffers zijn positief over hun dader en vaak negatief tegenover de buitenwereld. Dit komt voor wanneer het slachtoffer afgesloten is van de buitenwereld en de dader de enige persoon in het leven van het slachtoffer is. Ook komt het Stockholmsyndroom vaak voor wanneer de dader zo nu en dan lieve dingen doet voor het slachtoffer.
Het Stockholmsyndroom zorgt ervoor dat slachtoffers vaak niet kunnen ontsnappen. Wanneer ze de kans krijgen vinden ze dit moeilijk, omdat ze teveel gebonden zijn aan de dader. Bovendien ervaren ze de buitenwereld als negatief en eng. Hierdoor durven ze niet te ontsnappen.
Vaak wordt het Stockholmsyndroom door het slachtoffer onbewust gebruikt om te kunnen overleven. Door een band te krijgen met de dader is het dragelijker om opgesloten te zitten. Veel slachtoffers hebben geen contact met de buitenwereld, de dader is de enige persoon met wie ze contact hebben. Het Stockholmsyndroom is een soort natuurlijke bescherming, een manier om te kunnen overleven. Hierdoor houden de slachtoffers het vol om zo lang afgesloten te zijn van de buitenwereld.
Personen met het Stockholmsyndroom
De bekendste persoon met het Stockholmsyndroom is waarschijnlijk Natascha Kampusch, die in 2006 ontsnapte na acht jaar lang opgesloten te hebben gezeten. Toen haar dader zelfmoord pleegde na haar ontsnapping, was Natascha hier verdrietig om. Tijdens haar ontvoering had ze een band gekregen met haar dader. Hij mishandelde haar, maar was ook de enige persoon in haar leven. Bovendien was hij ook vaak lief voor haar. Hierdoor dacht zij positief over de dader. Door haar jarenlange opsluiting zag ze de buitenwereld heel negatief. Daarom duurde het acht jaar voor ze eindelijk durfde te ontsnappen, terwijl ze meerdere kansen had gehad.
Ook Patty Hearst had een sterke vorm van het Stockholmsyndroom. In 1974 werd zij ontvoerd door de SLA, een linkse groep. Zij hielp haar ontvoerders zelfs met het overvallen van een bank. Tegen de rechter verklaarde zij later aan het Stockholmsyndroom te lijden. Toch kreeg ze zeven jaar cel, maar na 22 maanden werd ze alsnog vrijgelaten.
http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/23203-het-stockholmsyndroom.html