De manier waarop geestesstoornissen worden behandeld is de laatste vijftig jaar in talrijke opzichten verbeterd, maar er rust nog steeds een zeker stigma op geestesziekten. Veel mensen denken nog steeds ten onrechte dat iemand met een geestesziekte gewoon lui is of ze geven de ouders de schuld als de patiënt een kind is. Dit gevoel sijpelt zelfs door bij verzekeringsmaatschappijen, die vaak onwillig zijn om noodzakelijke behandelingen van geestesziekten te betalen. De wetenschap heeft echter geconcludeerd dat geestesziekten een directe genetische oorzaak hebben in combinatie met omgevingsfactoren.
De-institutionalisering van voorzieningen voor geesteszieken
Enkele decennia geleden, in de jaren zestig, bracht de de-institutionaliseringsbeweging een abrupte ommezwaai van 180 graden teweeg in de manier waarop patiënten met geestesziekten werden benaderd en behandeld. Deze beweging riep op om geesteszieke patiënten uit particuliere en overheidsinstituten te halen, waar deze mensen vaak weinig tot geen zorg en behandeling ontvingen. Dit deden ze om patiënten op een andere manier medicatie en therapie te kunnen geven. Toen deze beweging plaatsvond, begon het tij te keren wat betreft de algemene opstelling tegenover mensen met een geestesziekte. Het idee hierachter was de algemene overtuiging dat deze mensen leden waren van de gemeenschap en niet alleen ‘gekken’ die opgenomen moesten worden.
Familietherapie
Uit onderzoek is gebleken dat de relatie van een patiënt met zijn familieleden een positieve of negatieve invloed kan hebben op zijn geestesziekte. Dankzij dit onderzoek ontstond de familietherapie, waardoor mensen met een geestesziekte niet meer opgenomen hoefden te worden. Tegenwoordig zijn de behandelend arts en actieve familieleden direct verantwoordelijk voor de integratie van mensen met een geestesziekte in de samenleving.
Behandelingscentra
En als een geesteszieke dan toch moet worden opgenomen, is er tegenwoordig minder kans dat hij wordt onderworpen aan beperkingen en isolatie. De psychiatrie van vandaag neigt meer naar centra voor dagbehandeling waar minder personeel is en de nadruk meer ligt op groepstherapie dan op individuele therapie, en dit heeft de weg geplaveid voor rehabilitatiecentra, en patiënten kunnen nu ’s avonds naar huis en worden dan overdag behandeld.
Problemen met de de-institutionalisering
Natuurlijk heeft de de-institutionalisering van voorzieningen voor geesteszieken ook negatieve kanten. Sommige mensen met een geestesziekte moeten wel worden opgenomen omdat ze gevaarlijk zijn voor zichzelf en anderen. Maar omdat het niet wettelijk mogelijk is deze mensen in een instelling of inrichting te laten opnemen, zijn ze of in de gevangenis, of op straat terechtgekomen.
Steunorganisaties
Deskundigen op het gebied van geesteszieken zien tegenwoordig in dat mensen met een geestesziekte veel baat hebben bij sociale netwerken die zelfs op de moeilijkste momenten zorg, acceptatie en steun geven. En geesteszieken die dit soort steun krijgen genezen vaak sneller. Omdat de afzonderlijke gemeenschappen niet meer zo sterk met elkaar zijn verbonden als vroeger, ontvangen geesteszieke patiënten hun zorg niet langer primair van familie en vrienden, wat geleid heeft tot een explosieve groei van steunorganisaties.