Per jaar hebben tussen de 15.000 en 30.000 Nederlanders last van veneuze trombose. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Wat houdt trombose precies in?

Wat is trombose?

Bij trombose worden er bloedpropjes gevormd in het lichaam. Zo’n bloedpropje kan de bloedvaten verstoppen. Dit kan gebeuren in de slagaderen, de aderen die naar het hart toe gaan. Er is dan sprake van arteriële trombose. Hierbij kan een herseninfarct of een hartinfarct ontstaan. Maar veel vaker ontstaan de bloedpropjes in de aderen die van het hart af gaan. Dit heet veneuze trombose. Bij veneuze trombose kan er sprake zijn van een trombosebeen en longembolie.

Veneuze trombose: de klachten

Veneuze trombose kan overal in het lichaam voorkomen, maar komt meestal voor in de benen. Doordat de bloedprop de ader afsluit kan het bloed niet meer weg uit het been. Hierdoor gaat het been pijn doen, kost lopen moeite en zwelt de kuit op. Als delen van de bloedprop loslaten kunnen deze via de aders doorschieten naar de longen. Dit heet een longembolie. Wanneer deze bloedprop goed terecht komt zal dit pijn aan de borst veroorzaken. Ademen gaat lastiger en hoesten doet pijn. Wanneer de bloedprop verkeerd terecht komt en beide longen afsluit kan dit leiden tot een acute dood.

Behandeling

Mensen met een longembolie worden meestal een aantal dagen opgenomen in het ziekenhuis. Wanneer de trombose is vastgesteld moeten er meteen bloedverdunners worden toegediend om het bloed weer door te kunnen laten stromen en nieuwe bloedproppen te voorkomen. De patiënt moet rust houden en niet veel bewegen zodat de bloedprop niet door kan schieten naar de longen. Hierna moet de patiënt bloedverdunners blijven slikken. Over het algemeen geldt dit voor 3 tot 6 maanden.

Omdat mensen die een trombosebeen hebben gehad lang last kunnen blijven houden van het been moeten zij meestal 2 jaar een steunkous dragen. In het been zijn de bloedklepjes beschadigd. Door de steunkous krijgen zij de mogelijkheid te herstellen. Helaas geeft de steunkous geen garantie op herstel. Het kan best zijn dat er na 2 jaar nog steeds klachten zijn. Patiënten die een trombosebeen hebben gehad kunnen een posttrombotisch syndroom ontwikkelen. Dit zorgt voor klachten zoals zwelling, pijn en zelfs open wonden op het been die moeilijk te genezen zijn. Steunkousen verkleinen de kans op een posttrombotisch syndroom met 50 procent.

Hoe krijg je trombose?

In principe kan iedereen trombose krijgen, wel zijn er mensen met extra risico. Zo is trombose erfelijk. Wanneer trombose in de familie voor komt moet je extra alert zijn. Er is kans op een afwijking van het bloed die ervoor zorgt dat het bloed sneller stolt dan normaal. Dit verhoogt de kans op trombose. Verder zorgen de volgende dingen ook voor een verhoogde kans op trombose:

  • Vliegen, vooral vluchten langer dan 8 uur
  • Zwangerschap
  • Lang in het ziekenhuis liggen
  • Het slikken van de pil

Kan je het voorkomen?

Wanneer je niet weet of je een verhoogde kans op trombose hebt is het lastig om het te voorkomen. In ieder geval is het belangrijk genoeg te bewegen en niet te lang stil te zitten. Als je weet dat je een verhoogde kans hebt op trombose, bijvoorbeeld omdat het in je familie zit, is het verstandig extra alert te zijn tijdens het vliegen, de zwangerschap en langdurig verblijf in het ziekenhuis. Het slikken van de pil is niet aan te raden voor mensen met een verhoogd risico. Wanneer je ooit trombose hebt gehad is het verstandig bloedverdunners te slikken op de momenten dat er een verhoogde kans is op trombose. Opletten is ook belangrijk. Wanneer de symptomen snel herkend worden kan het ook snel behandeld worden.

www.trombose.nl

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in