Om te weten hoe depressiviteit kan worden bestreden en voorkomen, is het belangrijk eerst naar de oorzaken te kijken. Aan de hand hiervan kunnen methodes worden toegepast die het effectiefst zouden zijn bij het bestrijden ervan. Er zijn heel veel verschillende oorzaken voor een depressie. Bij ieder persoon in het weer anders en vaak is het ook een samenspel van verschillende oorzaken. Het is moeilijk vast te stellen wat nou echt dé reden is. Wat zijn de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van depressies?
De belangrijkste oorzaken
Lichamelijke ziektes
Een lichamelijke ziekte kan de werking van de hersenen beïnvloeden.Er is dan sprake van een stemmingsstoornis door een lichamelijke aandoening. Onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat ongeveer 30 procent van patiënten na een beroerte of herseninfarct een depressie ontwikkelt. Andere aandoeningen die depressies kunnen veroorzaken zijn bijvoorbeeld ziekten van de schildklier en van de bijnierschors. Maar er zijn nog tientallen andere ziekten die depressies kunnen veroorzaken. De lichamelijke ziekte kan ook een psychologische factor van betekenis zijn. Het lijden aan een ernstige lichamelijke ziekte kan erg zwaar zijn. Zo ontwikkelen veel patiënten met kanker of met een ziekte die tot invaliditeit leidt, een depressie. Een combinatie van deze twee is ook mogelijk. Deze lichamelijke oorzaken laten duidelijk zien hoe dicht lichaam en geest bij elkaar staan. Als het lichaam niet mee werkt, dan doet de geest dat ook niet.
Gebruik van middelen
Wat ook een rol kan spelen in het ontstaan van een depressie is langdurig gebruik van alcohol. Drankgebruik kan er ook toe leiden dat een bestaande depressie wordt onderhouden, dus langer duurt. Depressies kunnen ook veroorzaakt worden door het gebruik van drugs, zoals cocaïne en amfetamine.
Premenstrueel syndroom en postpartum depressie
Een andere manier waarop depressies kunnen ontstaan is in de dagen vlak vóór de menstruatie begint (premenstrueel syndroom) en na een bevalling (postpartum depressie). Hoewel psychologische factoren zeker een rol spelen, hebben ook hormonen invloed op de stemming. Stress kan ook een oorzaak zijn van depressiviteit. Bijna iedereen krijgt met stress te maken. Toch is lang niet iedereen depressief. Het is belangrijk hoe een persoon hiermee omgaat. Er zijn mogelijkheden om stress te verminderen. Mensen moeten leren te ontspannen en de stress even los te laten. Dit is echter vaak heel moeilijk. Een goede manier om stress te verminderen of in ieder geval even met iets anders bezig te zijn, is om er even lekker tussenuit te gaan en bijvoorbeeld te gaan sporten!
Genetische factoren
Genetische factoren kunnen meespelen in het veroorzaken van een depressie. Zowel de depressie als de manisch-depressieve stoornis komt bij families voor. Ongeveer 10-20% van de ouders, broers en zussen van depressieve en manisch-depressieve patiënten lijden zelf ook aan deze stoornis. Vooral personen die een depressie krijgen vóór de leeftijd van 30 jaar hebben hoogstwaarschijnlijk depressieve familieleden. Je kan echter depressie niet alleen aan genetische factoren wijten, vaak speelt er ook nog iets anders waardoor de depressie ontstaat.
Depressiviteit op hersenniveau
Depressiviteit kan ook veroorzaakt zijn in de hersenen, namelijk een verlaagd serotoninegehalte. Serotonine is een neurotransmitter in de hersenen. De hersenen bestaan uit miljoenen onderling verbonden zenuwcellen, de neuronen. Deze neuronen moeten met elkaar communiceren zodat we kunnen denken, bewegen of voelen. De neuronen communiceren door chemische signalen, neurotransmitters, te versturen en te ontvangen. Nadat een neurotransmitter door een neuron is afgegeven, overbrugt deze een opening, synaps genoemd, en bindt zich vervolgens aan een receptor op een ander neuron. Zo wordt het prikkelsignaal doorgegeven. De uitlopers van zenuwcellen zitten dus niet als elektriciteitsdraden aan elkaar vast, de informatie wordt dus doorgegeven door een impuls.
In het ene zenuweinde bevinden zich kleine blaasjes met daarin een kleine hoeveelheid neurotransmitter. Als er een zenuwimpuls door de zenuw loopt en het uiteinde bereikt, zullen die blaasjes zich naar het uiteinde van de zenuw verplaatsen en daar openspringen. Zo komen de neurotransmitters terecht in de smalle ruimte tussen de beide zenuwen, de zogeheten synaptische spleet. De receptoren (de ontvangers) geven een elektrische prikkel af, waardoor de informatie verder zijn weg kan vervolgen. Wanneer het signaal is doorgegeven, kan de gebruikte neurotransmitter afgebroken worden of weer worden opgenomen door de zenuwcel die neurotransmitter had afgegeven, om weer een volgende zenuwimpuls over te brengen. In de hersenen bevinden zich verschillende neurotransmitters, er zijn er minstens 30 ontdekt. De belangrijkste zijn serotonine, noradrenaline, dopamine en acetylcholine. Bij mensen met depressies is ontdekt dat er in bepaalde delen van de hersenen een relatief tekort aan de neurotransmitters serotonine en/of noradrenaline bestaat.
Ook is ontdekt dat de concentratie van de afbraakproducten van beide stoffen in de hersenvloeistof van beide stoffen verlaagd is. Men weet echter nog niet of deze tekorten zijn aangeboren of dat ze pas later zijn ontstaan. Stemmingen worden waarschijnlijk door verschillende delen in de hersenen beïnvloed, maar er zijn enkele gebieden die bepalend blijken te zijn voor de stemmingservaringen. Namelijk het limbische systeem, wat het meest direct betrokken lijkt te zijn bij de regulatie van emotionele problemen bij de mens.
Psychologische en psychosociale factoren
Er zijn ook een aantal psychologische en psychosociale factoren te noemen die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van een depressie. Depressieve personen hebben vaak in de periode voordat ze depressief werden een heftige gebeurtenis meegemaakt. Meestal gaat het om het overlijden van een dierbare of het verbreken van een relatie. Maar ook schijnbaar kleine gebeurtenissen kunnen aanleiding zijn voor een depressie, als de druppel die de emmer deed overlopen. Voor die tijd zullen zich er dus wel ernstige gebeurtenissen hebben voorgedaan. Nare jeugdervaringen of bepaalde persoonlijkheidseigenschappen zijn vaak een oorzaak van depressiviteit. Het lijkt dat mensen met bepaalde persoonlijkheidskenmerken vaker een depressie krijgen dan anderen. Mensen die bijvoorbeeld onzeker zijn, last hebben van minderwaardigheidsgevoelens, een negatief zelfbeeld hebben of slecht tegen kritiek kunnen, lijken meer kans te hebben op een depressie. Mensen die heel plichtsgetrouw zijn en een streng geweten hebben, kunnen zich snel schuldig voelen over datgene wat ze gedaan of juist nagelaten hebben. En er zijn ook mensen die te hoge eisen aan zichzelf stellen en overdreven precies zijn.
Hierdoor hebben ze regelmatig het gevoel dat ze falen, wat weer aanleiding is voor onzekerheid en minderwaardigheidsgevoelens. Mensen die vinden dat ze snel afgewezen en niet begrepen worden, voelen zich als het om kritiek gaat te snel persoonlijk aangesproken. Ze zijn overdreven aardig, voortdurend op zoek naar genegenheid en bevestiging en stellen zich te afhankelijk op.
Het is wetenschappelijk nog niet bewezen dat deze factoren echt een oorzaak kunnen zijn van depressie. Uit onderzoek is gebleken dat het op jonge leeftijd verliezen van één van de ouders wel een verhoogde kans op depressies geven. Als de jeugd voor een groot deel bepaald wordt door emotionele verwaarlozing, eenzaamheid, te veel angst, terechtwijzing en afwijzing zal er ook een verhoogd risico op het ontstaan van depressies bestaan. Het is dus duidelijk dat er tal van oorzaken zijn voor het ontstaan van een depressie. Elk mens is immers ook anders.