In de vorm van poëzie schrijven was heel lang het enige ventiel dat ik had om bepaalde dingen onder woorden te brengen. Dit gedicht over een ingrijpende ervaring bij de tandarts is daar een typisch voorbeeld van. 

""

 

 

 

 

 

 

 

 

 Ga jij eens naar de tandarts.

 

"Ga jij eens naar de tandarts kind", zei ze bezorgd tegen mij.

Ik luisterde naar haar en ging.

Ze was tenslotte de moeder, van mijn allerliefste vriendin.

Tussen mijn voortanden zit een gat, groot en rond,

k kan er zo een touwtje doorheen trekken, in m’n mond.

Het ziekenfonds wil witte vullingen niet betalen,

dus gaat hij ze eruit halen.

Ik ben bang, dat ben ik voor die ouwe chagrijn van een tandarts al heel lang.

De dingen waar hij mee werkt, stammen namelijk uit het stenen tijdperk.

Een boor, nog met de voet aangedreven, zonder waterkoeling,

zoiets moet je dan als klein meisje beleven.

Dan schreeuwde ik de hele praktijk bij elkaar,

werd weggestuurd als on-behandelbaar

 

Lachen en zingen

 

De dag komt, ik ben aan de beurt!

Kom op, flink zijn, niet gezeurd!

Ik ben sterk, ga er vrijwillig en helemaal alleen,

als twaalfjarig meisje heen.

Mijn angst weegt zwaar en mijn buik doet ook al zo raar.

´k Probeer nog te huppelen of te springen,

´k zou graag lachen en zingen,

maar dat is nu alles veel te veel,

met die grote brok in mijn keel. 

 

Petrus deed de poort al open

 

Onderweg hoop ik intens:

"Misschien is hij wel ziek, dan is er gewoon geen mens."

ik loop en loop, in de hoop…….

Ineens sta ik voor die deur, dat is sterk, er hangt een briefje:

'Wegens ziekte gesloten.'

Het betere werk!

Opgelucht spring ik zingend terug.

Maar mijn geluk duurt niet lang hoor,

ze sturen me gewoon, naar een andere slager door.

Voor het stenen tijdperk was het namelijk afgelopen.

Petrus deed de poort al voor hem open.

'k Heb er veel over nagedacht, toen, vaak tot diep in de nacht.

Ben ik schuld aan zijn dood?

Is de wens m’n tanden te mogen houden, dan werkelijk te groot?

 

Arm kind

 

Als ze me ziet, de moeder van m´n vriendin, zegt ze:

"Arm kind, dit wilde ik niet!"

Ze kijkt naar m’n bloederige mond, m’n ogen vol verbijsterd verdriet.

Hij zei: "Kom na zes weken maar terug, dan heb je het ergste achter de rug."

Zes weken zonder voortanden door het leven gaan,

middenin de puberteit, ga daar maar eens aan staan.

Zes weken, dan ben ik verlost,

nieuwe tanden wil ik, kost het, wat het kost.

 

Nog zes weken!

 

"Nog zes weken!" zegt hij, schamper lachend tegen mij.

Teleurgesteld, loop ik langzaam terug.

Ze roepen: "Dracula" achter m’n rug.

Maar mijn verdriet is al gauw gesust,

kijk daar die leuke knul,

heb ik gisteren nog zo lekker mee gekust.

Ook zonder tandjes, werd José verliefd op mij.

Daar konden zij, met hun verstand niet bij.

 

Alles is mogelijk

""

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met zeventien jaar kom ik in de gelegenheid,

een job te krijgen, als assistente, in een groepspraktijk.

Vrijdags gesolliciteerd, ’s maandags, zonder voorbereiding of opleiding,

mijn kunnen op de mensheid uitgeprobeerd.

Daarover zou ik ook een heleboel kunnen schrijven,

maar ik moet even bij het thema blijven.

Dat baantje ben ik toen gaan doen, om van mijn angst af te komen,

bovendien kreeg ik zo voor een prikkie, mijn eerste gouden kronen.

Tja, alles is mogelijk, je moet er alleen wel iets aan doen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in