In de trams in Amsterdam en Rotterdam is het al een normaal verschijnsel. Overal in het land wordt het straks verplicht: reizen met de OV-Chipkaart. Zo'n algemeen systeem heeft veel voordelen, maar ook zo zijn nadelen. Niet kunnen of vergeten om uit te checken, ruzie met automaten en nog veel meer. Daarnaast wordt reizen nog duurder ook.
De OV-Chipkaart
Iedereen die wel eens met het openbaar vervoer reist is er inmiddels van doordrongen. Reizen doe je niet meer met een strippenkaart of met een treinkaartje, nee tegenwoordig heb je een chipkaart. Een kaartje waar je elektronisch een reis of saldo op hebt staan en waarmee je vervolgens in- en uitcheckt. Dat laatste doe je bij de deuren van de bus, de ingang van de tramhalte of bij de ingang van het station. Tot zover de theorie.
Met de bus
Reizen met de OV-chip is heel handig. Om dat uit te proberen kunt u het beste eerst met de bus. Hiervoor is namelijk maar een minimumsaldo vereist van 4 euro en is bovendien geen rare extra activering via internet nodig. Het inchecken is geen probleem en meestal het uitchecken ook niet. Is bij het inchecken de apparatuur kapot, dan is de chauffeur meestal zo aardig om met een: "Ga maar zitten, hij doet het niet." je een gratis ritje aan te bieden. Jij blij met een gratis rit, de buschauffeur blij dat er geen gehannes is met kleingeld voor een kaartje.
Vervelender is het als het inchecken wel is gelukt, maar het uitchecken niet lukt. Vooral in een tocht van grote stad naar het platteland, vallen door verbindingsproblemen de apparaten wel eens uit. Effect: er wordt niet alleen de ritprijs afgeschreven maar de hele vier euro. En het is nog best een toer om dat terug te krijgen.
Met de trein
Eenmaal het vertrouwen opgebouwd in het lokale openbaar vervoer, probeer je het ook bij de spoorwegen. Nadat je tenminste drie keer bot hebt gevangen bij het inchecken op het station omdat reizen op saldo niet geactiveerd was, ga je eindelijk toch met de trein.
Je reist met z'n twee, want dat is gezellig en tenslotte heb je een NS-kortingskaart dus die ander kan goedkoop mee. Verhip, daar is het eerste probleem, je medereiziger moet nog een papieren kaartje kopen. Het is nog niet mogelijk om meer mensen op 1 kaart met korting te laten reizen. Daarnaast kun je met een kaart zonder korting nog niet meereizen met korting. Weg is het voordeel van snel instappen.
De conducteur komt langs, hij checkt keurig je kaart, niets mee aan de hand, hij maakt een leuke opmerking over de vertraging van tien minuten en loopt verder. Aangekomen op het eindstation heb je haast, rent naar je bus én vergeet uit te checken. Weg geld, nu geen 4 euro, maar 20 euro verdwenen.
Dat kun je terugvragen via de klantenservice, maar het kost je wederom een hoop gedoe. Je denkt de volgende keer weer 2x na voordat je met de chipkaart reist.
De kosten
Als je keurig in en uitcheckt is er niets aan de hand. Bij de NS is je tarief dan zelfs hetzelfde als met een gewoon kaartje. Een enkele reis is zelfs goedkoper. Met een papieren kaartje is tweemaal een enkeltje duurder dan een retour. Bij de chipknip is een enkeltje exact de helft van de retour. Dan is de aanrader dus zeker de chipkaart.
Met de bus ligt dat anders. De tarieven van een grote strippenkaart van 45 stuks zijn in veel gevallen goedkoper dan de chipkaart. Een reis door 2 zones (van mijn werk in Utrecht naar mijn huis in Bunnik) kost met de strippenkaart 1,50. Met de chip ben ik 1,72 kwijt. Het is dus nog even uitproberen en uitrekenen waar het goedkoper is met oude papieren kaartjes of met de chip. Een puzzel op zich, maar ik vind het wat jammer.