Het lijkt er vaak op dat we leven vanuit wat hoort en niet vanuit onze vrije wil. We hebben er zelfs allerlei woorden en zinnetjes voor bedacht om anderen die niet doen wat hoort terecht te wijzen. Ook al beperken we daarmee eigenlijk onze eigen vrije wil en die van anderen. Maar wat zouden we kunnen doen om los te komen van die automatismen en te gaan leven vanuit onze vrije wil.
Gemakzuchtig
“Het hoort nu eenmaal zo” of “Dat hoort nu eenmaal zo” kennen we in meerdere vormen. Bijvoorbeeld de vormen die je veel tegenkomt in organisaties: “Zo doen wij dat hier!” of “Zo doen wij dat hier niet!” of “Dat zijn hier de regels”. Of wat zou je zeggen van de vormen: “Zo heb ik dat geleerd!” of “Gedraag je, zo heb ik je niet opgevoed!” of “Zo doen wij dat in onze familie!”. Het zijn allemaal gemakzuchtige manieren om anderen die zich afwijkend gedragen te laten weten dat ze zich niet op de juiste manier gedragen. Want er wordt niet uitgelegd waarom het vertoonde gedrag afwijkend gevonden wordt.
Gedrag
Eigenlijk vinden mensen dat er maar twee soorten gedrag zijn. Het ene gedrag is 'wat hoort' en al het andere gedrag is afwijkend. Daarbij kijken we bij afwijkend gedrag nauwelijks naar de waarde die het heeft, we kijken alleen maar naar het feit of het afwijkend is van wat wij gewend zijn. Bij 'wat hoort' gedrag kijken we overigens ook niet naar de waarde die het heeft, we kijken alleen maar naar het feit of we het gedrag herkennen. Vandaar ook het vreemde effect dat afwijkend gedrag in de loop van de tijd gedrag kan worden 'wat hoort'. Een voorbeeld van dit veranderen van afwijkend gedrag naar gedrag 'wat hoort' zie je bijvoorbeeld sterk in taal. Zo was het in de jaren vijftig van de twintigste eeuw nog heel gewoon om met naamvallen te werken in het Nederlands. De eigenaar of bewoner van een huis heette bijvoorbeeld de heer des huizes, waar wij tegenwoordig het hebben over de bewoner, de huurder of de eigenaar van het huis. Maar zo zijn er genoeg andere voorbeelden te geven van gedrag dat afwijkend gevonden werd dat gedrag geworden is 'wat hoort'. Zo zou een man in de jaren vijftig van de twintigste eeuw zich geschaamd hebben als hij een deur niet voor een vrouw had opengehouden. Tegenwoordig mag een vrouw blij zijn als een man haar ziet staan als hij de deur opentrekt om naar binnen of buiten te stappen. De enige locaties waar nu nog iemand de deur voor ons openhoud is de voordeur van een woonhuis, een kamerdeur van een kantoor of een luxe vijf sterren hotel. Op alle andere plekken lijkt een deur een locatie te zijn om te bewijzen dat we aan onszelf kunnen denken.
Toch blijven we vastzitten aan het model ‘er is gedrag wat hoort’ en al het andere gedrag is afwijkend, ook al is dat vaak ook nog eens locatie afhankelijk.
Opvoeding
De belangrijkste oorzaak voor die houding van er is ‘gedrag wat hoort en afwijkend gedrag’ is natuurlijk onze opvoeding. Maar ook de manier waarop andere mensen op ons reageren als we iets doen dat afwijkt leert ons dat er gedrag is 'wat hoort' of dat afwijkt. Gedrag 'wat hoort' leidt namelijk tot ontspannen reacties en vriendelijk contact, terwijl gedrag dat afwijkt leidt tot spanning, schrikreacties en afwijzing. Toch denken we allemaal dat andere mensen geen invloed op ons hebben en we in alle vrijheid kiezen voor hoe we ons willen gedragen. Dat dit niet zo is blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat we zwervers die we op straat tegenkomen het liefst ontwijken. Zwerven is tenslotte afwijkend gedrag. Maar ons afwijzende gedrag tegenover de zwerver is sterker wanneer er andere mensen in de buurt zijn die ons gedrag kunnen zien dan wanneer we de zwerver alleen ontmoeten. Ook een klant die met een slecht product terugkomt vertoont afwijkend gedrag, dat we niet goed vinden. Dus hebben de meeste winkels vreemde regels om te laten zien dat het afwijkend gedrag is. Zo moeten we bijvoorbeeld bij de klantenservice ons defecte product inleveren samen met een kassabon. Op die manier kunnen andere klanten goed zien dat wij afwijkend gedrag vertonen.
Hobbyisme
Hier zou nu de opmerking gemaakt kunnen worden dat het niet erg is dat we gedrag indelen naar ‘wat hoort’ en afwijkend gedrag. In de loop der jaren verandert veel afwijkend gedrag tenslotte toch wel in ‘wat hoort’ of verdwijnt vanzelf. Maar die redenering is natuurlijk wat vreemd als we vinden dat we een vrije wil hebben. Dan zeggen we eigenlijk dat vrije wil iets is voor wanneer we er zin in hebben, een soort hobby van de mens en de rest van de tijd doen we 'wat hoort'. Daarmee verwordt het menselijk bestaan tot het uitvoeren van automatismen, waar af en toe iets van een vrije wil doorheen spookt. Dat is geen vrije wil, maar hobbyisme. Om het in een voorbeeld te gieten: Het is alsof we onze hobby’s als ons beroep zien. Dus we zijn zwemmer en niet huisarts. We zijn filatelist en niet bankdirecteur. We hebben een vrije wil en niet 'we leven vanuit automatismen'.
Maar het kenmerk van het menszijn is wel de vrije wil, hoe beperkt die vaak ook mag zijn voor ons gevoel. We kunnen namelijk in iedere situatie kiezen om iets wel of niet te doen. Vaak blijken er zelfs meerdere gedragsreacties mogelijk waar we uit zouden kunnen kiezen. Ook al zien we er vaak slechts twee: gedragen zoals we denken dat hoort of niets doen.
Wat nu
Blijft er nog één vraag over.
Wat gaan we doen om werkelijk mensen te zijn die leven vanuit hun vrije wil?
Het simpelste antwoord is:
Tijd nemen om mens te zijn.
Maar dat antwoord betekent leven vanuit onze vrije wil en niet vanuit onze automatismen en 'wat hoort'. Maar dat betekent ook niet meer leven zoals het hoort, omdat dat nu eenmaal zo hoort.