Dick Swaab neemt geen blad voor de mond als het om naar religie en spiritualiteit ruikende zaken gaat. Onze geest komt volgens hem voort uit de activiteit van onze 100 miljoen hersencellen en onze ´ziel´ is een misverstand. Swaab is een internationaal gerenommeerd hersenonderzoeker en publiceerde in 2010 de bestseller ´Wij zijn ons brein´. 

Een schoolvriend maakte me op dit boek attent, toen we het op skype over mijn reeks artikelen ´Op Zoek Naar Ons Diepste Zelf´ hadden. Wij leerden een kwart eeuw geleden in de pauzes op het schoolplein ´To be or not to be´  van Shakespeare uit ons hoofd , een fascinatie die André nooit heeft losgelaten: hij verkoopt T-shirts met citaten van Shakespeare als opdruk (shirtspeare.com). Ook mij lijkt ´To be or not to be´ niet te hebben losgelaten. Het heeft me op een spoor gezet dat met veel omwegen naar de vraag van mijn artikelen heeft geleid: zijn of niet zijn, ben ik een ziel of niet?

Niet dus, volgens Swaab. Hij schrijft: “Het universele gebruik van het begrip ´ziel´ berust vermoedelijk alleen op de angst van de mens voor de dood, op de wens gestorven, geliefde mensen terug te zien en op de ongepaste, arrogante voorstelling dat we zo belangrijk zijn, dat er na onze dood wel iets van ons over moet blijven“. Ik geef graag toe dat de  voorstelling dat het leven na de dood op één of andere manier verder gaat, rustgevend is, zelfs al heb ik er, om bij Shakespeare te blijven, geen idee van ´what dreams may come (..) in that sleep of death´. Toch gaat het me er helemaal niet om dat ik me niet kan voorstellen ooit als een kaarsje te worden uitgeblazen. Het is iets anders wat ik me niet kan voorstellen, namelijk dat ik nu, op dit moment, voor 100% een machine ben. Natuurlijk is het me als bioloog wel duidelijk dat onze hersenen een fantastische machine zijn. Hij is  naar mijn smaak zelfs té fantastisch, voor iets wat alleen zou zijn ontstaan door een reeks gelukkige toevallen en het voortijdig sterven van minder gelukkige toevallen.

Het feit dat Swaab naar mijn mening doorslaat in zijn verkettering van alles wat naar religie ruikt, betekent niet dat ik zijn onderzoek, en dat van andere hersenwetenschappers, niet waardevol zou vinden. Integendeel. De waargenomen activiteit van bepaalde hersengedeelten bij het bewust denken, bij het automatisch of intuïtief dingen doen, laat duidelijk zien dat deze hersengebieden hiervoor nodig zijn. Hetzelfde geldt voor vastgesteld geheugenverlies bij patiënten met beschadigingen in bepaalde delen van de hersenen en gedragsveranderingen bij mensen met bepaalde hersenziekten. Het laat allemaal erg duidelijk zien dat bepaalde hersengebieden met bepaalde functies verbonden zijn: bewustzijn, geheugen, intuïtie, initiatieven nemen…

Het relativeert ook sterk het bestaan van een vrije wil. Veel karaktereigenschappen blijken al vanaf de geboorte vastliggen in de bouw van de hersenen, zoals de neiging tot verslavingen, de mate van agressiviteit en de seksuele geaardheid. Beslissingen worden voor het grootste deel instinctief genomen, vanuit de intuïtie, en deze intuïtie wordt voor het grootste deel bepaald door al tijdens de opvoeding in het onderbewuste vastgelegde gedragspatronen.

De illusie van een vrije wil hebben we volgens Swaab nodig om onze handelingen als deel van onszelf te kunnen zien, als uiting van onze persoonlijkheid. Maar dát het daarbij om een illusie gaat, hebben experimenten aangetoond. Het blijkt dat het onderbewustzijn gedachten en bewegingen al enkele seconden aan het voorbereiden is, voordat een beweging plaatsvindt en het bewustzijn hierover pas een halve seconde na het begin van de beweging geïnformeerd wordt.

Als handreiking aan zijn critici geeft Swaab toe dat hij de ´onbewuste processen´ die tot een beweging aanzetten, niet kan doorzien. Ook wijst hij er op, dat een gedachte vaak niet komt omdat wij dat willen, maar omdat de gedachte op één of andere manier besluit op te duiken. Dit laat ruimte voor het mensbeeld van auteurs als Tolle en Dyer die ik in eerdere artikelen besprak. Hierin is het ego een door de hersenen gecreëerde virtuele realiteit en de ziel een metafysisch bewustzijn dat onze hersenen als computer gebruikt, veel op automatische piloot laat lopen, maar af en toe een duwtje in de rug geeft. Ik geloof dat deze ziel deel uitmaakt van een onzichtbare maar heel reële, spirituele dimensie. Teilhard de Chardin beschrijft in ´Le phénomène humain´ dat hij gelooft in een energie die voortdurend scheppend bezig is. Het is een schepper die zijn  scheppingsproces op de automatische piloot van de evolutie laat lopen, maar het toeval af en toe een duwtje in de rug geeft. 

Dick Swaab, ´Wij zijn ons brein´, 2010;
William Shakespeare, ´Hamlet´, 1603;

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in