Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) zijn middelen die ontwikkeld zijn om schade en verwondingen bij mensen die gevaarlijk werk doen zo veel mogelijk te voorkomen. Hieronder worden verschillende soorten PBM’s beschreven, welke bescherming ze kunnen bieden en hoe je ze moet gebruiken. Lees daarnaast altijd de gebruiksaanwijzing van het PBM dat je gaat gebruiken!

Norm

Het is bij de wet verplicht dat werkgevers en werknemers zich houden aan de norm dat zij persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken bij werken op gevaarlijke plekken of als zij werken met gevaarlijke stoffen. De leidraden van de Europese Commissie, bijvoorbeeld de ‘Gids Persoonlijke beschermingsmiddelen’ van het Nederlands Normalisatie-instituut (NNI) zijn bestemd voor werkgevers en werknemers in de verschillende bedrijfstakken en bevatten informatie over de soorten persoonlijke beschermingsmiddelen, hun gebruiksmogelijkheden en adviezen inzake keuze, aanschaf, gebruik, onderhoud, uitbreiding en wijziging.

Soorten beschermingsmiddelen

1. Hoofdbescherming

Helmen beschermen tegen stoten, slaan, vallende voorwerpen maar kunnen ook beschermen tegen kou en warmte (bijvoorbeeld spatten gesmolten metaal), elektrische stroomdoorgang en verontreiniging.

De buitenkant van de helm is bedoeld om vallende voorwerpen te laten afglijden en als afweer voor scherpe voorwerpen en de eerste opvang van de kracht die er op wordt uitgeoefend. Het binnenwerk is zo geconstrueerd dat de kracht die op een helm wordt uitgeoefend verdeeld wordt.

Gebruik:

  • Controleer de houdbaarheidsdatum voor gebruik. Deze staat in de binnenkant van de helm aangegeven. Als de datum een jaar verstreken is, gooi de helm dan weg en gebruik een nieuwe helm. Meestal is de helm drie jaar houdbaar
  • Controleer voor gebruik de helm op gebreken zoals scheurtjes, beschadigingen in de binnen en buitenkant. Als de helm beschadigd is gooi deze dan weg
  • Maak de helm passend voor jezelf. Als de helm goed past wordt de schok van een vallend voorwerp goed verdeeld
  • Bewaar de helm op een droge, liefst donkere, koele plaats. Niet op de hoedenplank van de auto omdat UV-straling het materiaal aan kan tasten. Zorg ook dat de helm niet in aanraking komt met chemicaliën: deze kunnen namelijk ook de beschermende werking aantasten
  • Vervang de helm als er scheuren inzitten of als de helm belast is tijdens een val, stoot of het opvangen van een voorwerp
  • Kijk uit voor verf en lijm; zij kunnen het materiaal en daarmee de werking van de helm aantasten. Plak daarom geen overtollige stickers op de helm.

2. Oog en gelaatsbescherming

Veiligheidsbrillen en gelaatsschermen, en de variaties daarop, beschermen ogen en/of het gezicht tegen rondvliegende voorwerpen, splinters, stofdeeltjes, spattende vloeistoffen, straling et cetera.

Gebruik:

  • De werking van oog- en gelaatbeschermers kan aangetast worden door koude, vocht, UV-straling, chemicaliën, slijtage, verkeerd gebruik en opslag, verkeerd onderhoud en reiniging, geen of verkeerde voorlichting en instructie, onjuiste of onduidelijke gebruiksaanwijzing
  • Kies voor aanvang de mate van bescherming die nodig is. Hierbij kun je kiezen uit: zonnebril, veiligheidsbril (met/zonder zijkapjes), overzetbril (twee glazen of oogscherm), gelaatsscherm (kin- en zijstukken), handscherm, pak, helm met vizier
  • Maak een veiligheidsbril regelmatig of bij verontreiniging schoon; zo ontdek je eerder krassen of scheurtjes die de bescherming kunnen aantasten. Doe dit met zachte zeep en water, want chemicaliën kunnen de bril aantasten
  • Gelaatschermen die gebruikt zijn bij werkzaamheden met chemicaliën moeten direct na gebruik schoongemaakt worden
  • Bewaar de oog en gelaatsbeschermers op een droge en stofvrije plaats
  • Vervang de bescherming bij krassen of verkleuring.

3. Gehoorbescherming

Langdurige blootstelling aan hard geluid kan het gehoor aantasten maar andere lichamelijke en psychische reacties veroorzaken (toename bloeddruk, hoofdpijn). Bij geluid boven de 85 dB(A) zijn werknemers verplicht de hun ter beschikkinggestelde gehoorbeschermingsmiddelen te dragen. Vanaf 80 decibel moet de werkgever gehoorbeschermingsmiddelen beschikbaar stellen en over het gebruik ervan voorlichting en instructies geven.

Soorten gehoorbeschermers: oorkappen, oordoppen, watten, schuimrolletjes, otoplastieken, oordoppen met beugel.

Gebruik:

  • Oorkappen: duurzaam, goede demping. N.B: De afdichtingsring bepaalt of de kap goed of juist helemaal niet dempt
  • Glasdonswatten: eenmalig gebruik, redelijke demping mits voldoende diep ingebracht. Vanwege vaak verkeerd gebruik en weinig draagcomfort wordt het gebruik ervan afgeraden
  • Oordoppen: soms in verschillende maten verkrijgbaar, kunnen vaker gebruikt worden maar dan wel goed reinigen! (vervuilde dop inbrengen kan infectie gehoorgang opleveren), geven pas aangegeven demping als ze voldoende diep worden ingebracht. Vanwege vaak verkeerd gebruik en weinig draagcomfort wordt het gebruik ervan afgeraden
  • Schuimrolletjes: goede demping (over hele frequentiebereik) mits goed ingebracht, goed draagcomfort. Vaak eenmalig gebruikt
  • Otoplastieken: op maat gemaakte oordoppen en daarom vaak goede pasvorm, demping instelbaar naar behoefte
  • Oordoppen met beugel: goedkoop, doppen worden door beugel op de goede plaats gehouden, redelijke demping, oncomfortabel bij langdurig gebruik.

Controleer vooraf of de gehoorbeschermers intact zijn. Controleer ook tijdens het gebruik of de bescherming voldoet. Vervang gehoorbeschermers na slijtage, als ze vervuild zijn of na verstrijken van de houdbaarheidsdatum. Van oorkappen moeten regelmatig de binnenschelp en afsluitingen vervangen (bij verontreiniging of beschadiging) worden. Eventueel de afsluiting reinigen met reinigingsdoekjes.

4. Veiligheidsschoenen en -laarzen

Veiligheidschoenen en -laarzen zijn voorzien van een stalen neus en/of een stalen zool waarmee ze beschermen tegen verstuikingen, uitglijden, vallende voorwerpen, scherpe voorwerpen (spijkers) waar je in kunt trappen en afhankelijk van de soort tegen koude en warmte, elektrische inwerking en chemicaliën.

Gebruik:

  • Maak de schoenen of laarzen regelmatig schoon en vet ze in met ledervet. Dit houdt het leer soepel en houdt het beter bestand tegen inwerking van vocht
  • Als het leer over de neus beschadigd is, bestaat de kans dat de veiligheidsneus in geval van belasting niet goed op zijn plaats blijft. Als het leer op de neus versleten is moeten de schoenen vervangen worden. Dit geldt ook voor een afgelopen profiel of bij scheuren in de zool. Scheuren in de zool kunnen met name bij chemicaliën tot zeer ernstig voetletsel leiden
  • Vervang gebroken veters tijdig vanwege struikel- en valgevaar
  • Bewaar schoeisel niet te dicht bij een warmtebron omdat dan het leer broos kan worden.

5. Handbescherming

Handbescherming is nodig als gewerkt wordt met verontreinigde grond, verontreinigd water, chemicaliën, oplosmiddelen, cement, kitten, lijmen etc. Maar ook ter voorkoming van beschadigingen aan de huid door ruwe en zware materialen, snijden, stoten, koude en warmte en dergelijke.

Handschoenen zijn er in velerlei soorten, o.a. werkhandschoenen (algemeen licht werk), handschoenen bestand tegen insnijden, chemische stoffen (vloeistofdicht), elektriciteit of trillingen . Het is van belang de juiste handschoen te kiezen.

Gebruik:

  • Verwijder verf zo snel mogelijk van de huid. Maak zo weinig mogelijk gebruik van middelen zoals terpentine, wasbenzine, thinner en dergelijke. Deze tasten de hoornlaag aan waardoor schadelijke stoffen makkelijker het lichaam in kunnen dringen
  • Het is goed crème of zalf voor en na de werkzaamheden te gebruiken
  • Houd de nagels kort zodat hier niet zo gauw vuil achter kan blijven
  • Als handschoenen vuil zijn kun je in de gebruiksaanwijzing vinden of handschoenen gewassen (eventueel door een specialistisch bedrijf) kunnen worden en of de bescherming dan ook minder wordt.

6. Adembescherming

Bij werkzaamheden waarbij je te maken hebt met schadelijke stofdeeltjes, rook, nevel, gassen en dampen waarvan de hoeveelheid niet onder MAC-waarde ligt, moet je adembescherming gebruiken. Bij kleine hoeveelheden gebruik je hiervoor filters, de zogenaamd afhankelijke adembescherming. Als het gaat om grotere hoeveelheden en/of als te weinig zuurstof aanwezig is (minder dan 19,5%), moet onafhankelijke adembescherming gebruikt worden. Dit betekent dat er onafhankelijk van de omgevingslucht geademd wordt (perslucht).

Adembescherming moet worden toegepast als de projectleider, milieukundige begeleiders, opzichters, e.d. dit aangeven. Daarnaast ook op eigen initiatief, zoals bij plotseling vrijkomende (verdachte) geuren, ernstige (verdachte) stofvorming. Daarnaast kan in verdachte situaties zonder dat daar directe aanleiding toe is, gebruik worden gemaakt van het masker.

Afhankelijke adembescherming

Afhankelijke adembescherming wordt bereikt door de het opzetten van filtermaskers (kwart-, half-, volgelaatmasker). Er zijn verschillende soorten filters:

  • Stoffilters: P1, P2 of P3 (alleen met volgelaatmasker!)
  • Gasfiltermaskers: A: bruin: actiefkoolfilter, B: grijs: zure gassen, E: geel: zwaveldioxide, K: groen: ammoniak, NO: blauw: nitreuze dampen, CO: zwart: koolmonoxide, Hg: rood: kwikdamp, Re: oranje: reactorfilter, SX: paars: overige.

Gebruik:

  • Zorg dat het masker goed past
  • Als je een masker gebruikt moet dit schoon en onbeschadigd zijn. Dus geen scheurtjes in de verschillende onderdelen en sluitingen die niet goed werken. Reinig en desinfecteer het masker volgens de gebruiksaanwijzing
  • Kijk of het masker alle onderdelen bevat die nodig zijn of deze in orde zijn, zoals bijvoorbeeld inademventielen en uitademventielen.

Onafhankelijke adembescherming

Bij onafhankelijke adembescherming kun je gebruik maken van een masker (volgelaat/halfgelaatmasker, verseluchtkap) met verse lucht of perslucht. 

N.B. Niet iedereen mag met persluchtapparatuur werken. Het gebruik van de persluchttoestellen eist namelijk een lichamelijk goede conditie en een zekere deskundigheid, ook in verband met het onderhoud. De ademtechniek is bij het gebruik van veel belang. Daarom is een goede opleiding en voortdurende training onder leiding van een deskundige noodzakelijk, terwijl medische keuring en regelmatige medische controle van degene die het persluchtmasker moet gebruiken een vereiste is.

Gebruik:

  • Controleer voor gebruik of de apparatuur in orde is en onbeschadigd. periodiek onderhoud, zoals schoonmaken en controle is nodig om de 6 of de 12 maanden. Zie hiervoor de gebruiksaanwijzing
  • Maak alleen gebruik van deze bescherming als je hiervoor geïnstrueerd bent. 

 7. Kleding 

Speciale kleding kan tegen een hele reeks van risico's bescherming bieden: weersomstandigheden, verontreinigingen, gevaarlijke stoffen (stof, gas, damp, vaste en vloeibare chemicaliën, biologische agentia), onzichtbaarheid, stoten, schuren, zagen, hitte en vlammen, elektriciteit.

Onder beschermende kleding vallen overalls, signaalvesten/jassen, doorwerkjassen, wegwerpoveralls, regenkleding.

Alle beschermende kleding moet voorzien zijn van een CE-keurmerk. Daarnaast moet een pictogram aangeven welke mate van bescherming het kledingstuk biedt. Kleding zonder pictogram biedt geen speciale bescherming.

Kleding moet voldoen aan de NEN normen die van toepassing zijn.

Gebruik:

De kleding moet goed gereinigd en onderhouden worden.Reinig tijdig zichtbaarheidskleding, maar te veel reiniging kan ook weer de zichtbaarheid aantasten. Controleer dus goed of de zichtbaarheid nog voldoende is van een kledingsstuk.

Rijkswaterstaat heeft een eigen norm voor werkkleding, dit zijn aanvullende eisen. Elke werkgever mag overigens eisen stellen aan PBM’s zolang deze maar aanvullend zijn en niet minder bescherming opleveren dan de wettelijke norm.

 Gids persoonlijke beschermingsmiddelen van het Nederlands Normalisatie instituut

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in