Aan ieder van mijn auto's bewaar ik herinneringen, maar niet altijd goede. Dit is de laatste Citroën voor mij geweest en dat meen ik. Echt wel!
Failliet
Na een jaartje Ford Mustang was ik zo goed als failliet. Niet alleen zoop de Ford meer dan zijn baasje, er ging ook weleens iets stuk. En voor minder dan vijfhonderd euro kwam de monteur niet eens uit de kantine. Ik moest die mooie Mustang wegdoen, maar met pijn in mijn hart. Het geluid van de honderdvijfendertig pk leverende V8 in tunneltjes en nauwe straatjes was een feest voor mijn geest geweest.
Pijn
Met lood in de schoenen keerde ik terug naar de Nissan dealer waar ik de Mustang had gekocht. Verder wilde niemand hem hebben. Gelukkig deed de verkoper niet al te moeilijk toen hij begreep dat ik de Mustang met gesloten beurzen wilde omruilen tegen iets anders. Hij had nog wel wat staan, zei hij, en nam me mee naar buiten. Tussen zijn voorraad stond een rode Citroën Visa GT. Dat leek me wel wat en de deal was snel gemaakt.
Schaatsen of varen
Deze auto was natuurlijk een stuk kleiner dan de Mustang, maar net zo snel. En waar het rijden in de Ford meer op varen had geleken, vanwege de matige wegligging en de gevoelloze besturing, leek het rijden in de Visa GT meer op schaatsen. De schamele tachtig pk waren toch vaak teveel voor het lichte wagentje, dus bij flink optrekken schoot de auto als een zatte schaatser alle kanten op. Toch was de funfactor hoog.
Franse slag
Maar Franse auto's hadden toen al de naam om met de Franse Slag te zijn gebouwd, dus ik was gewaarschuwd. Maar ja, nood breekt wetten; vooral financiële nood. Maar ik kwam er al gauw achter dat de slechte reputatie op feiten was gebaseerd. Het werd snel duidelijk dat er iets niet deugde aan mijn nieuwe vervoermiddel: bij het optrekken hoorde ik een hoop gesis onder de motorkap en wat bleek? Er was een stel kleppen verbrand. Gelukkig had ik garantie en het werd snel gefikst. Een paar weken later begaf de benzinepomp het. En weer even later had de radiateur er geen zin meer in. Ik bleef naar die garage rijden. Was het mijn schuld dat ze op een bepaald moment failliet waren?
De hemel valt naar beneden
En gedurende de tijd dat ik deze Visa had viel de binnenspiegel er nog af, net als de buitenspiegel. Maar op een bepaald moment reed ik op de snelweg en toen viel de gehele hemelbekleding naar beneden. Toen had ik het wel gehad, en ik spoedde mij op hoge poten naar de Citroëndealer waar dit rode mormel intussen in onderhoud was. Op mijn opmerking: "Ik sta onderhand meer in de garage dan dat ik met dat ding rijd!" was het professionele antwoord: "Dan moet u nog wat minder rijden!"
Slaan
Ik besloot om nooit meer een Citroën te kopen, want mijn Eend en Dyane waren ook al niet zo goed bevallen. En van garages in het algemeen, en Citroëndealers in het bijzonder, had ik intussen schoon genoeg. Ik beloofde mezelf toen om nooit meer een Citroën te kopen. En met mijn vrouw maakte ik de afspraak dat ze me zou mogen slaan als ik ooit nog eens in de verleiding zou komen om met een auto van dat merk aan te komen. En ze heeft me nog nooit geslagen. Jammer eigenlijk.