De kerkvaders hebben een belangrijke rol gespeeld in het succes van het christendom. Twee van deze kerkvaders, Hieronymus en Ambrosius, worden in dit artikel nader bekeken.
http://www.historyathome.nl
Hiëronymus en zijn meesterwerk
Het inpassen van de Latijnse literatuur in het christendom werd de belangrijkste taak van Hiëronymus (347 – 420). Tussen 383 en 385 verbleef hij in Rome, waar hij vriend en raadgever werd van paus Damascus. Deze drong er bij hem op aan de bijbel te vertalen. Dat deed hij dan ook. Hij vertaalde de bijbel vanuit het Grieks, in het Latijn van de grote schrijvers als Ovidius en Cicero. Hij slaagde wonderwel. Het is een meesterwerk geworden en daardoor algemeen geaccepteerd in de westerse kerk als standaardvisie. Hij geniet hierdoor, tot op de dag van vandaag, grote bekendheid. Daarnaast schreef hij een boek over christelijke schrijvers. Het boek gold als tegenhanger voor de beroemde boeken van de bekende Griekse en Romeinse schrijvers. Hij schreef hiermee een eerste christelijke literatuurgeschiedenis. Andere werken van zijn hand waren de Vitae (heiligen levens) van o.a. Paulus, Malchus en Hilarion.[1]
Ambrosius en de legende van de heldere kinderstem
Ambrosius (339 – 397) was afkomstig uit een geslacht van bestuurders. Zijn vader was prefect van Gallië geweest en hijzelf was op 29 jarige leeftijd benoemd als prefect van Amilië en Ligurië. Hij was een goed bestuurder en hij genoot na een aantal jaren veel aanzien. In 374 ging hij naar Milaan, om daar de op dat moment verhitte gemoederen tot rust te brengen. Er was in Milaan een hevige ruzie over het arianisme ontstaan, een tot ketterij veroordeelde stroming binnen het christendom die evenwel in Milaan nog veel aanhangers had.[2] De bisschop van Milaan was overleden en de aanhangers van het arianisme wilden weer een bisschop die deze theologie aanhing. De andere groep wilde juist het tegenovergestelde. Op het moment dat de ruzie zijn hoogtepunt naderde deed Ambrosius, in zijn functie van prefect, zijn intrede in de kerk. Hij wist door een redevoering de ruzie te sussen. Op dat moment klonk er een heldere kinderstem door de kerk die riep ”Ambrosius moet bisschop worden”. Ambrosius, die wel het christendom was toegedaan maar nog niet gedoopt was, vertelde dat het niet ging omdat hij geen officieel lid van de kerk was. De mensen bleven echter aandringen. Na enige dagen bedenktijd besloot hij dan toch bisschop te worden. Onder grote belangstelling werd hij gedoopt, waarna hij gewijd werd.
Ambrosius was een eenvoudige, bescheiden man
Van hem wordt het verhaal verteld dat boven zijn wieg een zwerm bijen hing. In plaats van een bedreiging, ze zouden misschien het tere babylichaampje steken, bleken zij eerder een voorteken te zijn van de honingwoorden die de volwassen Ambrosius zou gaan spreken in zijn redevoeringen. Hij was dan wel eenvoudig en bescheiden, maar hij deed geen enkele concessie aan wat in zijn ogen de waarheid was. Een aantal voorvallen uit zijn leven zal dat verduidelijken. Toen Ambrosius eenmaal tot bisschop was benoemd koos hij tegen het arianisme. De aanhangers van deze geloofsrichting wilden niet langer ter kerke gaan in de officiële kerk, maar daardoor ontstond het probleem dat zij geen plaats meer hadden voor hun samenkomsten. De ketterse groep wendde zich tot de moeder van keizer Theodosius, die ook aanhangster van het arianisme was en vroeg haar of het niet mogelijk was dat zij in ieder geval één kerk konden gebruiken. De keizerin-moeder schreef Ambrosius een brief waarin zij verzocht die kerk beschikbaar te stellen. Ambrosius antwoordde haar dat zij al zijn bezittingen mocht hebben als zij dat wenste, maar dat het hem onmogelijk was om weg te geven wat niet van hem was. De keizerin-moeder werd woedend en schreef en nieuwe brief met ernstige bedreigingen. Ambrosius boog ook nu niet. Als gevolg hiervan kregen soldaten bevel Ambrosius gevangen te nemen. Toen de soldaten de kerk binnentrokken om hem gevangen te nemen keerde het volk zich tegen de soldaten. Een volksopstand dreigde en de keizerin-moeder besloot af te zien van haar interventies.
Opstand tegen keizer Theodosius
In 390 was er in Thessaloniki een grote opstand tegen keizer Theodosius. Een aantal keizerlijke ambtenaren werd vermoord en hun lijken werden door de straten van de stad gesleept. De keizer was het christendom zeer toegenegen. Hij was het immers die ervoor had gezorgd dat sinds 392 het christendom de enige toegestane godsdienst was. Dit kon echter niet voorkomen dat zijn levenswandel niet altijd even christelijk was. De keizer had het probleem dat hij zeer driftig was. Ambrosius, die dit wel wist, besloot dat hij de keizer moest spreken voor deze naar Thessaloniki ging om de mensen daar te straffen. Ambrosius wist de keizer over te halen tot de belofte dat alleen de schuldigen gestraft zouden worden. In Thessaloniki aangekomen verbrak hij zijn belofte. Meer dan zevenduizend burgers, waaronder onschuldigen, werden gedood door de woedende keizer. Eenmaal teruggekeerd wilde de keizer deelnemen aan het laatste avondmaal. Ambrosius zei hem dat er voor mensen wiens handen dropen van het bloed, geen plaats was aan tafel. De keizer schrok hiervan en schaamde zich. Enige maanden later wilde hij opnieuw de kerk binnen. Ook nu weigerde Ambrosius hem de toegang. Uiteindelijk beleed de keizer in het openbaar schuld en werd hem vergeving geschonken, zodat hij de kerkdiensten weer mocht bijwonen.
Juridisch handboek voor de kerk
Naast zijn bestuurlijke werk schreef Ambrosius de officiis ministorum, een boek waarin hij de plichten en de organisatie van de geestelijkheid invult. Het is een soort juridisch handboek voor de kerk, op basis van zijn grote voorbeeld Cicero. Veel aandacht besteedde hij aan de kerkelijke armenzorg. Verder is hij vooral bekend als kerkbestuurder die door zijn moed en goed beleid de macht van de kerk bewaarde en uitbreidde.
[1]Paulus, Malchus en Hilarion waren drie kluizenaars en zij leefden in eenzaamheid voor God. De verhalen betreffen Paulus van Thebe, die alleen in de woestijn leefde, Hilarion van Gaza (de reizende kluizenaar) en Malchus en zijn vrouw (een monastiek echtpaar). Allen zijn door de katholieke kerk heilig verklaard.
[2] Arianisme: ketterse stroming binnen het christendom die de heilige drie – eenheid niet accepteert. Jezus is geen God, hij is slechts de hoogste vorm van menselijk leven.