SSRI-antidepressiva worden in Nederland veel voorgeschreven. De werking van deze medicijnen is goed ten opzichte van eerdere generaties. Toch hebben ze wel degelijk vervelende bijwerkingen. Vakkundige begeleiding is dus vereist.

Wat doen antidepressiva?

Antidepressiva worden bij somberheidklachten en af en toe bij angstklachten ingezet. Ze helpen de chemische balans in de hersenen het herstellen. Naast antidepressiva bestaan er:

  • anxiolytica (angstremmers, zoals valium en oxazepam, ook wel in lage doses als slaapmiddel voorgeschreven); 
  • antipsychotica (middelen tegen waandenkbeelden);
  • stemmingsstabilisatoren (specifiek voor manische depressiviteit – hoge pieken, diepe dalen -, met als bekend voorbeeld lithium).

Ontstaan SSRI's

Antidepressiva zijn in de jaren 50 bij toeval ontdekt in de strijd tegen tuberculose. Eén middel bleek ook de gemoedstoestand van patiënten te verbeteren. Uit verder onderzoek bleek een verband tussen somberheid en het gehalte aan de stof serotonine in de hersenen. Op de werking van die stof zijn antidepressiva ontwikkeld. Eerst de MAO’s (mono-amine-oxydase) en vervolgens de TCA’s (tricyclische antidepressiva). Die laatste groep bleek erg effectief, maar had veel bijwerkingen. Daarom werd een derde generatie ontwikkeld, de SSRI (selective serotonin reuptake inhibitor). Hoewel deze groep niet beter werkt, zijn de bijwerkingen wel minder. SSRI’s worden veel voorgeschreven.

Eerst verergering

Speciale aandacht verdient het verschijnsel dat start van de inname een versterking van de klachten waarvoor een patiënt zich meldt optreedt. Het gaat dan om somberheid en angst. Patiënten die al bij de start zelfmoordgedachten of –neigingen hebben moeten daarom extra goed in de gaten worden gehouden.

Opbouw SSRI's

Bijwerkingen van SSRI's als:

  • escitalopram
  • fluoxetine
  • fluvoxamine
  • paroxetine
  • sertraline
  • venlafaxine

zijn:

  • maag-darmklachten (zoals misselijkheid, diarree en obstipatie)
  • (migraineachtige) hoofdpijn
  • anorexie (verminderde eetlust)
  • agitatie (‘opgefokt’)
  • slapeloosheid
  • bloedingen

Verdere bijwerkingen zijn slaperigheid, tremoren (‘trillen’), droge mond, zweten, seksuele stoornissen, gewichtstoename en -afname. Deze bijwerkingen met uitzondering van gewichtstoename en seksuele stoornissen zijn in het begin het hevigst en verdwijnen meestal binnen een week of enkele weken.

Per SSRI kan de heftigheid van de bijwerkingen verschillen. Fluvoxamine lijkt vaker tot misselijkheid te leiden. Fluoxetine en paroxetine geven frequenter stoornissen als libidoverlies, minder of geen erectie en vooral vertraagde ejaculatie bij mannen (om die reden worden de middelen ook in lage doses voorgeschreven bij vroegtijdig klaarkomen).

Verder moet erop gelet worden dat de bijwerkingen bij ouderen iets kunnen verschillen van jongere patiënten.

Let op, soms is ongemak het gevolg van de depressie en niet de medicatie (bijvoorbeeld obstipatie of droge mond). Mede daardoor en de persoonsgebonden reacties op de SSRI’s kan het raadzaam zijn om een tijdje bloedspiegels te laten meten. Zo wordt duidelijk wanneer de SSRI’s op het goede niveau zitten.

 

Af""bouw SSRI's

Wanneer de toediening wordt afgebouwd treden bijwerkingen weer op omdat het lichaam gaat overschakelen. Bijwerkingen zijn er meestal binnen één tot vier dagen na staken van het antidepressivum op en kunnen één dag tot drie weken aanhouden. Risicofactoren zijn een gebruiksduur langer dan twee maanden en een hoge dosering. Neem daarom de tijd zodat het ongemak beperkt blijft. Afhankelijk van de doses doe je de afbouw in minimaal 4 weken tot enkele maanden. Bij afbouw kun je last krijgen van griepachtige klachten, duizeligheid, misselijkheid, lethargie, angst, agitatie, slaapklachten, hoofdpijn, transpiratie, tremoren en hallucinaties.

Laat je psychiater en / of psycholoog goed checken of de verschijnselen bij afbouw niet het gevolg van een recidive (=terugkerende) depressie is. In dat geval moet ingegrepen worden. Helaas is niet precies te zeggen wanneer bijwerkingen zeker niet aan een recidive depressie zijn te wijten.

Maatwerk!

Verschil in bijwerkingen tussen de SSRI's onderling zijn moeilijk aan te geven. Juist om die reden is gespecialiseerde begeleiding aan te raden. Huisartsen werken vaak simpelweg met lijsten waarop de meest voorgeschreven en succesvolle antidepressiva staan. Aan de bijwerkingen kunnen zij minder aandacht geven.

Contra-indicaties SSRI's

SSRI’s kunnen soms niet in combinatie met andere medicijnen worden geslikt. Het gaat dan overigens om relatief weinig voorgeschreven middelen als anticoagulantia (tegen bloedstolling), maar ook een gangbaar middel als de anticonceptiepil. Over de invloed van SSRI’s op rijvaardigheid is onduidelijkheid, daar bijvoorbeeld sufheid soms door de depressie veroorzaakt kan worden.

SSRI's en dagelijks leven

Ga je antidepressiva slikken, dan moet je rekening houden met bijwerkingen die vervelend of gênant zijn, thuis of op het werk. Niemand is graag misselijk of winderig, heeft tijdens een vergadering een rommelende buik of moet vanwege diarree naar het toilet rennen. Niemand breekt graag het zweet uit in een belangrijk gesprek of moet dan veel geeuwen. In de liefde is het ook vervelend wanneer je erectie niet of slecht komt (hoewel trager klaarkomen weer een welkom bijeffect is). Van al deze bijwerkingen kan je zeggen dat ze in geen verhouding staan tot de pijn van een angststoornis of depressie. Het helpt om te denken dat angstproblemen en depressies echte, aantoonbare ziekten zijn.

 Op bijvoorbeeld www.apotheek.nl,  www.fk.cvz.nlen www.ggz.nl staat uitgebreide informatie over antidepressiva. 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in