Het einde van een relatie brengt intens verdriet, maar geeft ook ruimte voor een nieuw begin. Daar naartoe groeien is een pijnlijk proces.

Als je de scherven opraapt, vraag je je af waarom.

Is het toeval dat je een stapel borden laat vallen op de dag dat je leven in stukken uiteen valt? Vast niet.
Je zakt moedeloos neer op een krukje in de keuken met het stoffer en blik in je handen, maar je maakt  geen aanstalten om op te ruimen.
Wat maakt het uit? Er komt niemand thuis die zich eraan storen zal. De kinderen zitten heerlijk op hun eigen plek en hebben hun eigen leven. Je man heeft zich comfortabel geïnstalleerd op de bank van een vrouw die tien jaar jonger is dan jij. Hoogblond, hooggehakt en ze blaast hoog van de toren. Je lacht een beetje om jezelf – tegen wil en dank. Waarschijnlijk is Truus (zoals je haar hatelijk noemt) best een lief mens. De kinderen schijnen dat in ieder geval te denken. Jij wilt dat nu alleen nog niet zien.
Lange tijd stak je je kop in het zand. Natuurlijk had je wel door dat je man minder thuis was. Natuurlijk rook je de parfum wanneer je zijn kleren in de was deed. Je bent niet gek.
Toch deed je alsof, blijkbaar, want je ondernam geen actie, ging geen gesprek aan en liet gebeuren wat er aan de gang was. Alsof je stiekem in een hoekje van het leven zat te wachten tot het weer over zou waaien en alles – vanzelf- weer zou worden zoals het altijd was.
 
Zo is het helaas niet gegaan.
Vandaag trok je man je uit dat stille hoekje en zette je op de bank in het volle licht. “Ik moet even met je praten”, had hij ernstig gezegd en ze wist al genoeg.  Het gesprek zelf was nagenoeg langs haar heen gegaan. Ze onthield: “Het werkt niet meer. Ik heb iemand ontmoet”. Alsof ze dat nog niet gemerkt had. Wist hij veel.
Hij wist niets van haar stille hoekje en de hardnekkig gevoerde struisvogelpolitiek. Van het zand in haar keel en haar oren. Van de tranen die ze had gehuild in  haar kussen. Als je niets zegt en niets doet, word je niet gezien.
Onzichtbaar en onhoorbaar had ze het leven gadegeslagen. Als toeschouwer, niet als deelnemer.
 
Het te kleine krukje begint te kraken onder je gewicht en je staat  op.
Met onzekere bewegingen veeg je de brokstukken bij elkaar en laat ze in de vuilnisbak glijden. Een traan volgt en valt nog net in de bak, voor je de deksel uit haar handen laat vallen. Je verdriet in een donkere diepte. Naast appelschillen en koffieprut.
 
Er komt een dag en dat weet je.
Er komt een dag dat je met ferme en vastberaden bewegingen de brokstukken van je leven bij elkaar veegt en weer rechtop zal lopen. Het voordeel van ouder worden is,  dat je dat weet. Zelfs op het moment dat je je bezeert aan de scherven. Dan weet je toch al dat dingen weer goed zullen komen. Zo werkt het leven. Het water stroomt door en brengt nieuwe kansen mee.
Dat kan pas als je het verleden loslaat. Dan zal er weer ruimte zijn.
 
Zover ben je nu nog niet.
In de woonkamer zit je in de leunstoel maar domweg te zitten. De tijd glijdt voorbij en terwijl het donker de kamer vult, staar je naar de struiken in de tuin en naar de wolken die overdrijven, tot je niets meer kunt waarnemen dan vage contouren in een diep zwarte nacht.
Je uitzicht is vergelijkbaar met hoe je leven er nu uitziet. Donker. Onduidelijk. Niet te voorspellen.
Je zucht en je schrikt van een geluid dat meekomt, zonder dat je door had dat jij het zelf voortbracht. De stilte is gebroken en je staat op. Je loopt naar het raam en legt je gezicht tegen het koude venster. Met gesloten ogen wacht je af.
Diep in jezelf zoek je naar nieuwe moed, waar nog geen spoor van te bekennen is.
Als je je ogen  na een lange tijd weer opent, is er opeens  licht. De maan is gaan schijnen en een zilverwitte glans valt op de bladeren van de struiken in je tuin.
Licht in het donker.
 
Licht in jouw donker.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in