Na het onvrijwillige vrijwilligerswerk op de middelbare school, ook wel bekend als de maatschappelijke stage in de vierde klas, vroeg ik me af waarom dit nog steeds verplicht is. Het kan goed zijn voor je sociale ontwikkeling, maar niet iedereen is het hiermee eens. Ten eerste verspil je kostbare tijd, en ten tweede doen de meeste leerlingen dit werk dan ook met veel tegenzin, omdat ze er niet voor betaald worden. Dit is het verslag dat ik naderhand gemaakt heb. Waarschijnlijk valt het u op dat mijn kijk op de wereld niet zo rooskleurig is.
Een nieuw kwaad was zich aan het ontwikkelen in deze onderwereld, eentje waarvan ik op de hoogte was, maar in dit geval waren dat niet de monsters die op school rondliepen en mensen geen seconde met rust konden laten. Deze figuren waren geen 'nieuw' kwaad. Deze zijn ouderwets kwaad. Een kwaad dat altijd al op deze wereld is geweest, maar de school geeft hen de gelegenheid hun terreur met anderen te delen. Spoedig zouden wij een maatschappelijke stage moeten kiezen, en ik voelde de bui al hangen. 'De bui al zien hangen' heeft niets te maken met donkere wolken in de lucht zien. Sterker nog, toen ik de bui zag hangen was de hemel zo helder als glas. 'De bui al zien hangen' betekent simpelweg dat je de narigheid al voelt aankomen. En ik voelde de narigheid steeds dichterbij komen. 20 uur van mijn leven wijden aan het onvrijwillige vrijwilligerswerk.
Hier volgen de details van deze ramplazigheid. De details die ik liever wilde vergeten.
In het begin van het begin ging ik op zoek naar een stage die er niet uitzag als een complete ramp. Mijn positieve kijk op het leven was naarmate ik ouder werd steeds meer vervaagd, en dus zag bijna alles er voor mij wel uit als een grote hap ellende die ik nooit door mijn keel zou kunnen krijgen. Ik herinner het me nog wel. Helpen in het bejaardentehuis. Foto's maken bij het kasteel. Filmavonden organiseren met ouderen. Het enige wat ik zag was de ene ramp na de andere en ik kon mezelf al zien neerstorten in het ravijn. Tot, natuurlijk, dat ene moment. Ik had niet kunnen weten dat ook dit een ramp zou worden, maar iets anders kon ik niet. Mijn positieve kijk op het leven was vervaagd, en toch begon ik een stukje van het paradijs te ziet in de leegte waar ik altijd in wandelde. Maar ook toen had ik niet kunnen weten dat dit niets meer was dan een fata morgana.
Uiteindelijk kreeg ik een maatschappelijke stage in het oog die mij geen ramp leek: helpen bij een kleindierenpark. Aangezien dieren geen vreselijke wezens zijn en er niet veel andere leerlingen deze stage gekozen hadden, leek het me dat dit geen complete ramp zou worden.
Ik had het nooit zo mis.
Op een koude maandagochtend in de herfstvakantie, fietste ik naar het parkje om mijn contract te laten ondertekenen. Ik had goede hoop, mijn contract in mijn binnenzak in een jas die niet erg waterbestendig is. Ik zei al eerder dat dit rampzalig zou worden, dus sta paraat voor wat er nu komen gaat.
Het begon te regenen. Natuurlijk begon het te regenen. Altijd als ik ga fietsen met mijn niet-waterbestendige jas, gaat het regenen. Dit was echter nog maar een fractie van het ongeluk dat kwam. Toen ik arriveerde bij het park, stopte het met regenen. Natuurlijk stopte het met regenen. Altijd als het regent terwijl ik fiets en ik bereik eindelijk mijn bestemming, stopt het met regenen. Ik stapte van mijn fiets en liep over het houten bruggetje waar ik in het verleden zo vaak overheen liep. Een vriend van mij zei ooit: "Vooruitgang is dat alle eskimo's centrale verwarming krijgen, zodat ze zich kapot moeten werken om een ijskast te kopen." Vraag me niet waarom hij dit zei, maar deze specifieke man liep ook jarenlang over een brug. Hij vond die brug enorm leuk, en nu, 41 jaar na zijn dood, zijn er mensen die deze brug naar hem willen vernoemen. Dit verhaal verwarmde natuurlijk mijn ijskoude hart, en maakte mijn postieve kijk op deze wereld weer iets scherper.
Ik had geluk dat mijn stagebegeleiders erg vriendelijk waren, en voor ik het wist was mijn contract ondertekend en kon ik beginnen aan de maatschappelijke stage.
Maar toen ik werkelijk was begonnen aan de maatschappelijke stage, merkte ik dat dit toch een ramp was. Ondanks dat mijn begeleiders zo vriendelijk waren, besteedden ze verder geen aandacht aan mij. Wat mijn twee stagebegeleiders deden, verbaasde me. Ze pakten een stoeltje, gingen zitten en begonnen te roken. Ze begonnen te roken in het kleine schuurtje. De deur zat dicht omdat het net begon te regenen, en de rook verspreidde zich onmiddellijk door het hele kamertje. Ik besloot mijn hoest maar niet te onderdrukken, en ik verliet het schuurtje. Even roken was oké, vond ik. Als ze er echt behoefte aan hadden, vond ik het best. Ik kon wel even buiten in de regen wachten tot ze klaar waren…
Maar ik had niet kunnen weten dat deze rookpauze een half uur duurde.
Ik had mijn tijd uiteindelijk beter kunnen besteden aan een vakantiebaantje, want zoals een goede vriend van mij altijd zei: "Je hoort vaak zeggen dat geluk niet zo te koop is, maar geld doet wonderen en vooral als het een hoop is." En deze stage bracht me zeker geen geluk.
Het lijkt mij beter als we dit onvrijwillige vrijwilligerswerk afschaffen. De leerlingen van de middelbare school kunnen beter zelf een baan zoeken, en hun tijd daarin steken. Het is goed voor hun sociale ontwikkeling, én ze verdienen er geld mee! Misschien dat een bijbaantje vinden later wel verplicht wordt, in plaats van die onzinnige maatschappelijke stages.