Mijn zoektocht naar ons diepste Zelf gaat zijn derde maand in als de ´flow´ van het schrijven stokt. Dat ik kort voor de grote persoonlijke doorbraak sta, kan ik op deze novembermorgen nog niet vermoeden. Ik was blijven steken bij Teilhard de Chardin, die in ´Le phénomene humain´ over twee vormen van bewustzijn schrijft. Eén daarvan, het ego, beschrijft hij. Aan de tweede vorm lijkt hij zijn vingers niet te willen branden. Maar juist dát lijkt het eigenlijke Zelf te zijn waar ik naar op zoek was.
Als ik in ´Seelenprobleme der Gegenwart´ van Carl Gustav Jung lees, dat onze intuïtie een toegang tot dit ´andere bewustzijn´ biedt, weet ik in eerste instantie niet wat ik met het begrip ´intuïtie´ aanmoet, want het natuurwetenschappelijke denken zit er diep in: feiten, logica, statistiek. In de hoop mijn schrijven weer op gang te krijgen door mijn zinnen wat te verzetten, pak ik mijn mountainbike en rijd de uitgestrekte bossen van het Müritz-Nationalpark in. Het is nog warm voor de tijd van het jaar en de herfst is nu op zijn mooist. Het ruikt naar vochtige aarde, de bladeren zijn geel, rood en bruin en het bos staat vol paddenstoelen. Ik rijd tweeënhalf uur en kom afgezien van een paar damherten niemand tegen. Een kennis van me woont in het gehuchtje Dambeck , midden in het nationaal park, en ik besluit er een korte pauze te houden. ´Ik dacht dat jij vast wel een glaasje water voor me zou hebben´, zeg ik als ze me verbaasd begroet. Ze heeft mijn eerdere artikelen gelezen en als ik haar vertel dat het volgende artikel iets met intuïtie te maken zal hebben, wordt ze enthousiast. Het was precies wat ze tot nu toe in mijn rationele verhalen gemist had. Als ik zeg dat ik er nog niet echt mee uit de voeten kan, verwijst ze me naar de documentaireserie ´Auf den Spuren der Intuition´, die op youtube staat. Mijn intuïtie is erg belangrijk voor me´, zegt ze. ´Ik probeer altijd mijn eerste ingeving te volgen, want dat is de intuïtieve´.
Terug thuis bekijk ik niet alleen ´Auf den Spuren der Intuition´ maar vind met een paar passende trefwoorden nog veel meer op youtube. Een aantal interviews van Oprah Winfrey, die een heuse ´Soul series´ had op de Amerikaanse TV, blijkt een interessante ingang te bieden. Ze spreekt onder meer met Eckhart Tolle en Wayne Dyer, die allebei hebben geschreven over het verschil tussen het ego-bewustzijn en het spirituele bewustzijn. Zij zijn ervan overtuigd dat we met ons diepste zelf deel uitmaken van een spirituele dimensie, en die sterke intuïtie, dit ´weten´, heeft hun leven veranderd. Eckhart Tolle zegt dat alleen al het inzicht dat er een ontvangend, diepste zelf is, naast de virtuele realiteit van rationeel denkende ego, hem een grote innerlijke rust heeft gegeven. Het lukt hem sindsdien de oneindige gesprekken met zichzelf, zijn ´innerlijke babbelbox´, van tijd tot tijd uit te zetten. ´Het denken is een mooi stuk gereedschap´ zegt hij, ´maar het wordt tot een probleem als we onze voorstelling van wie we zijn, hiervan afleiden. Wat we ten diepste zijn, is de aanwezigheid die áchter het denken verborgen ligt´.
Ik heb het gevoel dat Tolle en Dyer gelijk hebben, maar de kritische geschoolde wetenschapper in mij zou graag een paar goede redenen hebben om naar die intuïtie te luisteren. Jung lijkt met dezelfde wens geworsteld te hebben. Hij schrijft in ´Seelenprobleme der Gegenwart´ dat hij niet kan geloven dat het virtuele ego ik uit zichzelf in staat is de enorme hoeveelheid waarnemingen en herinneringen in de hersenen zinvol te combineren en bruikbaar te maken. Ook de kiem van creativiteit en inspiratie ziet hij niet in het virtuele ego liggen. Onze intuïtie, en niet ons rationele denken, geeft ons volgens hem toegang tot een ander, dieper bewustzijn.
Mediteren, een kwartier of langer bewust innerlijk stil worden en de ´innerlijke babbelbox´ uitzetten, is een manier om meer voor intuïties uit dit andere bewustzijn open te staan. Als ik dit zowel Tolle als Dyer hoor zeggen, wordt er een herinnering in me wakker. Toen ik nog single was en geen kinderen had, deed ik dat dagelijks. Ik ben zeer kerk-kritisch opgevoed maar was als kind al een filosoferende dagdromer die ervan overtuigd was een ziel te zijn, die een lichaam heeft, niet andersom. Toen ik als tiener naar een manier zocht om naar die overtuiging te leven, zonder in één of andere kerk verstrikt te raken, ben ik dagelijks gaan mediteren. Het gaf me rust, richting, ideeën en een sterk gevoel van verbondenheid met iets was groter was dan mezelf. De drukte van gezin en werk heeft het later moeilijk gemaakt dat ritme vast te houden en ik heb het in de afgelopen 20 jaar geleidelijk losgelaten.
Het weer oppakken van dat oude ritme van meditaties verandert alles. Ik voel me als herboren. Plotseling begrijp ik dat ik al lang geleden een heel waardevolle toegang tot mijn diepste Zelf gevonden had, maar vooral moeite heb het ego-bewustzijn hiernaast een evenwichtige plaats te geven. ´Het gaat erom een andere manier te vinden, met het denken om te gaan´, zegt Tolle. Die uitdaging ga ik aan.
Pierre Teilhard de chardin, ´Le phénomène humain´, 1953
Carl Gustav Jung, `Seelenprobleme der Gegenwart´, 1931