Het is een door kinderen bevreesd onderdeel van het zwemdiploma; door het gat zwemmen. Iedereen die een zwemdiploma gaat halen, moet vanaf de kant in het water springen en onder water door een gat in een zeil zwemmen. Sommige kinderen zwemmen er de eerste keer zonder moeite doorheen, anderen zijn meer dan een jaar bezig om hun angsten te overwinnen. Hier wat handige tips voor ouders om met hun kinderen het gat te oefenen. Deze tips zijn voor het oefenen voor het A-diploma.

Voor dat u begint:

  • Vraag in uw zwembad na wanneer het gat beschikbaar is om mee te oefenen, dit is meestal maar een beperkt aantal uren in de week het geval. Het gat moet op 3 meter van de kant gehangen worden.
  • Neem een hoepel mee, of vraag of het zwembad een hoepel beschikbaar heeft.
  • Vraag of het zwembad een dikke mat beschikbaar heeft.
  • Neem een flexibeam (‘buisje’) mee, of vraag of het zwembad er een beschikbaar heeft.

Het oefenen:

Het gat kan op verschillende manieren geoefend worden. Hieronder staat een aantal tips. Het is voor ieder kind verschillend welke tip het best werkt. Probeer dit dus uit.

  • Laat uw kind het water in springen met de ‘potloodsprong’. Bij deze sprong moet uw kind kaarsrecht het water in springen, met zijn/haar handen gestrekt boven het hoofd, waardoor de vorm van een potlood ontstaat (dus met de platte handen tegen elkaar). Hierdoor springt uw kind vanzelf dieper in het water, waardoor hij/zij niet meer naar beneden hoeft te zwemmen om bij het gat te komen.
  • Als de potloodsprong niet werkt, probeer uw kind dan te laten duiken. De duik hoeft niet perfect de zijn voor het A-diploma. Het gaat erom dat uw kind door de duikende beweging al in de richting van het gat gaat en dus minder ver hoeft te zwemmen. Om uw kind te leren duiken, gebruikt u de dikke mat. Laat uw kind op zijn/haar knieën op de mat zitten, helemaal aan de rand van het zwembad. Laat uw kind zijn/haar handen op dezelfde manier houden als bij de potloodsprong. Vervolgens moet uw kind naar zijn/haar navel kijken. Uw kind zit nu in de goede positie, hij/zij moet zich nu voorover laten vallen om ‘als een dolfijntje’ het water in te gaan. Probeer dit hierna staand zonder mat. Nogmaals, het gaat niet om een perfecte duik. Het gaat erom dat uw kind met zijn/haar handen eerst het water in gaat, dan pas met zijn/haar voeten.
  • Als het met het duiken nog niet lukt, kunt u gebruik maken van een flexibeam (‘buisje’ genoemd tijdens de zwemlessen). Houd de flexibeam zo vast dat uw kind er naar toe kan duiken als oriëntatiepunt voor het gat, zodat uw kind de flexibeam net niet aan kan raken. Zeg vervolgens tegen uw kind dat hij/zij zijn/haar handen zó moet houden,dat ze de flexibeam tijdens het duiken aanraken. Hierdoor leert uw kind spelenderwijs om zijn/haar handen eerst het water in te laten gaan.
  • In plaats van de flexibeam, kunt u ook een hoepel gebruiken. Laat uw kind op zijn/haar knieën op de mat zitten en houd de hoepel vlak voor de kant. Uw kind moet nu door de hoepel heen duiken. Kinderen vinden dit vaak leuk, waardoor ze eerder durven te duiken. Let wel op dat u de hoepel niet te hoog houdt, want anders kan uw kind zijn/haar benen er tegenaan stoten.

Ik wil benadrukken dat dit tips zijn om te oefenen met uw kind, deze tips kunnen zwemles door een gediplomeerd instructeur niet vervangen. Zorg ervoor dat uw kind ook op zwemles zit.

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in