Iedereen kan schoffelen. Of toch niet? Vooral bij grotere tuinoppervlakten moet je het kunstje wel verstaan, wil je geen ravage aanrichten of spierpijn krijgen. Met een beetje kennis van materiaal en houding en biologisch inzicht is schoffelen door iedereen te doen.
Materiaal
Vijf regels:
- zorg ervoor dat de schoffel scherp is. Een schoffel werkt als een soort mes dat de wortels van de planten doorsnijdt;
- stel de schoffel in op je lichaamslengte. Veel mensen schoffelen met te kort materiaal;
- investeer in een schoffel met een sterke steel. Een gebogen of mee verende schoffel kost veel extra kracht;
- kies een schoffel met een greep die goed op de steel zit. De greep moet niet door het duwen losraken;
- kies een steel zonder verflaag. Dat is vervelend voor de hand waardoor de steel steeds heen glijdt.
De schoffelbladen zijn in velerlei vorm te krijgen. Koop in elk geval niet een te brede schoffel. De tijdwinst die je denkt te boeken, raak je weer kwijt door opletten en ontzien van planten en groenten. De vorm is vaak een kwestie van voorkeur en grondsoort. Er zijn o.a. bladen die afgerond, recht, in een V-vorm of ruit lopen.
Tijdstip
“Elke dag blijven roeren in de grond” zeggen sommige tuinders (zie Todio: waarom schoffelen goed is). Schoffelen doe je al in het voorjaar, wanneer er nog geen onkruid lijkt te zijn. Maar zou je onder de grond kijken, dan weet je dat het een kwestie van tijd is voordat piepkleine plantjes hun kopjes uitsteken. Schoffelen is ook iets voor de vroege morgen. Zo drogen de omgewoelde plantjes uit. Schoffelen doe je dus niet ’s avonds of vlak voor een regenbui.
Houding en techniek
- Schoffelen belast de rug, de triceps (= achterkant bovenarm), de schouder, de pols en de binnenkant van de hand waarmee je stuurt, met name het zachte stuk tussen wijsvinger en duim waarlangs steeds het hout glijdt;
- Houd de schoffel rechtop naast je lichaam. Het einde van de steel moet op de hoogte van je zij, bij je onderste ribben komen;
- Houd je handen goed tijdens het schoffelen. Met de ene hand duw je de schoffel voort, met de andere hand stuur je. Je stuurhand moet je zo houden dat de schoffel in je hand ligt. Schoffel nooit met natte handen, dat geeft geheid blaren;
- Duw de schoffel niet te diep in de grond. Dit kost heel veel energie. Laat de schoffel ook niet over de grond stuiteren, maar kies de juiste hoek;
- Probeer achteruit lopend of zijwaarts lopend te schoffelen. Als je vooruit werkt, loop je over je geschoffelde werk heen. Je trapt de grond weer vast en trapt (‘poot’) ook het onkruid weer aan;
- Controleer regelmatig datgene dat je geschoffeld hebt. Het moet goed los zijn en je mag geen stukken vergeten.
Op internet staan filmpjes over hoe je het beste kunt schoffelen.
Schoffelen en trekken
Voor het grote werk zijn handschoenen geschikt, voor de kleinere onkruidplantjes gebruik je blote handen of trekt latex handschoenen aan (verkrijgbaar bij apotheek en drogist).
Onderhoud
Het staal laat je altijd schoon en droog. Dus, na de klus borstel je grond van de schoffel af. Je zet hem niet neer, dan maak je hem bot. Ophangen is beter. Je laat hem ook niet buiten staan, want dat tast de steel aan en doet het mes roesten. Merk je dat de steel droog wordt, dan kun die eens door een doek die in olie gedrenkt is halen. Wel goed nawrijven. Een bot mes kun je slijpen met bijvoorbeeld een slijpstok voor een zeis.
Bronnen: o.a. Beoordeling fysieke belasting van schoffelwerkzaamheden (LANDER werk & participatie, 2009), moestuinforum.nl, tuinieren.nl