In 2009 vijf maanden in Ghana gewoond. Je weet wel, bij zo'n familie daar. Een dorpje zonder elektriciteit en stromend water. Ook gewerkt: meisjes proberen duidelijk te maken dat ze (net als mannen) bestáán. In toneelstukjes laten zien wat malaria is. Muren volgesmeerd met klei en poep. Terug in Nederland filosofie gaan studeren. Vakken antropologie erbij. Mijn ogen geopend. Neem nou de Tweede Kamerverkiezingen. Wilders. Islamisering? Tolerantie? Angst?
Het is de dag na de Tweede Kamerverkiezingen. Ik kijk uit het raam van mijn flat in Amsterdam Geuzenveld – een stadsdeel waar veel moskeeën staan en nog meer islamitische toko’s te vinden zijn. Op het pleintje voor mijn deur loopt een groepje gesluierde vrouwen. Een paar weken terug zag ik er nog eentje met een skateboard onder haar arm (echt waar), maar deze lijken toch wel echt heel serieus moslim te zijn. Brrr, eng hoor. Die tsunami van islamisering moeten we inderdaad toch maar eens stopzetten. Hoe zei onze waterstofperoxide-politicus het ook alweer? Oh ja: “de Koran is het Mein Kampf van een religie die beoogt anderen te elimineren” en “genoeg van de islam in Nederland, geen moslimimmigrant er meer bij.”
Dit is blijkbaar wat zestien procent van de Nederlanders zou hebben gedacht als ze uit mijn raam zouden hebben gekeken. Op deze woensdagmorgen is de definitieve uitslag nog niet bekend, maar waarschijnlijk heeft de partij van onze blonde Limburger toch vierentwintig zetels behaald. Vierentwintig! Op het moment dat hij in 2004 uit de VVD stapte had hij met zijn nog op te richten partij al tot twintig virtuele zetels behaald had. Sindsdien zijn hij en zijn ideeën steeds populairder geworden. De tegen hem aangespannen rechtszaak (strafvervolgingbevel door Amsterdams gerechtshof in januari 2009) vanwege het aanzetten tot haat (art. 137d Sr) en groepsbelediging (art. 137c Sr) heeft daar niks aan af gedaan: “ik wil premier worden” zei hij, bij wie de betekenisgrenzen tussen allochtonen, moslims en fundamentalisten op een beangstigende manier aan het vervagen zijn.
Beangstigend. Angst. Inderdaad. Tijdens het kamerdebat naar aanleiding van Wilders’ film ‘Fitna’ noemde Alexander Pechtold (D66) Wilders al “een bange, bange man”. Sommige van zijn aanhangers zijn waarschijnlijk net zo bang als hij: wanneer het grootste deel van de ongeveer 900.000 in Nederland wonende islamieten in de Randstad woont, is het bijzonder opvallend dat op de verkiezingsuitslag-kaartjes op het journaal vooral Zeeland en Limburg PVV-gekleurd zijn.
Wat heeft dit dan met Ghana te maken? In Ghana is er -net als in Nederland- een minderheid van moslims: de bevolking daar bestaat voor 62 procent uit Christenen, 16 procent uit moslims, en 20 procent uit traditionele godsdienstbeoefenaars (volgens de meest recente cijfers uit 1993). Anders is echter de manier waarop tegen deze minderheid wordt aangekeken: zet de Nederlandse leus ‘vol is vol’ maar eens af tegen het Ghanese spreekwoord “too much meat does not spoil the soup” (John Azumah).
Ook al is in Ghana een grove tweedeling te maken van moslims in het noorden en niet-moslims in het zuiden, er is zeker geen sprake van een strikte scheiding. Na de onafhankelijkheid van Ghana is er haast geen dorp te vinden waar geen moslims wonen, als minderheid of als meerderheid. Tijdens mijn verblijf in Bolgatanga (in het noorden van Ghana) verwonderde ik me voortdurend over de respectvolle manier waarop moslims en niet-moslims met elkaar omgaan. Veel Ghanezen gaan dan ook prat op hun vredige samenleving, waarin iedereen wordt gezien als kind van (ongeacht welke) god: “we Ghanians, we’re all brothers and sisters”. Binnen één familie komen verschillende religies voor, en bij speciale feestdagen zijn moslims in de kerk te vinden, christenen in de moskee.
In Ghana is het leven van moslims en niet-moslims grotendeels verweven. Dit terwijl moslims in Nederland steeds meer gedwongen worden hun vage religieuze praktijken toch alsjeblieft buiten het zicht te houden, en we de televisie niet aan kunnen zetten zonder geconfronteerd te worden met hét grote allochtone probleem. Met zo’n manier van samenleven en zo’n manier van beeldvorming, vind je het gek dat mensen doodsbang worden voor een ‘tsunami van islamisering’?
Door deze afstand tussen moslims en niet-moslims zijn we krampachtig in tegenstellingen gaan denken, waardoor die afstand vervolgens nog groter wordt. Zij versus wij, westen versus oosten, norm versus afwijking. In Ghana vond ik het enorm opvallend dat mensen zich onderling echt verbonden voelen, en dat de gemeenschap, de familiebanden en de vriendschappen voor veel mensen het allerbelangrijkste zijn. Dit terwijl de meer individualistisch levende Nederlanders veel minder de het gevoel hebben ergens bij te horen. Om dan toch een eigen identiteit te kunnen vaststellen werkt het erg makkelijk om –zoals Wilders lijkt te doen- een beeld van ‘de ander’ te creëren, bedreigend en angstaanjagend, waaraan je je eigen positie daarna weer kunt afmeten. Helemaal makkelijk wordt het natuurlijk wanneer die positie nét even beter is dan die van ‘de ander’ –wanneer het heilige schrift van die ander een “fascistisch boek” zou zijn bijvoorbeeld: een instant rechtvaardiging van beledigende en haatzaaiende uitspraken.
Hoe kan dit denken in tegenstellingen worden opgelost, de angst weggenomen? Wilders en zijn vrienden uit Zeeland en Limburg zijn van harte uitgenodigd in mijn kamer hier in Amsterdam. En misschien moeten we die Nederlandse politici eens op een bedrijsuitje-slash-zakenreisje naar Ghana te sturen. Spoedcursus solidariteit.