Zowel in België als in Nederland wordt Nederlands gesproken, zoveel is duidelijk. Voor wie er nog aan zou twijfelen: er zijn wel degelijk verschillen tussen ‘Belgisch’ Nederlands en ‘Nederlands’ Nederlands. Enkele van deze verschillen heb ik al besproken in de artikels 'Belgisch Nederlands versus Nederlands Nederlands' en 'Over poezen en kattinnen'. Soms zijn we ons bewust van deze verschillen, soms niet. Sommige verschillen hebben een impact op de verstaanbaarheid, anderen hebben dan weer een impact op de woordvolgorde.
Een overzicht van in Nederland en België gebruikte woordvolgorden van werkwoorden door middel van voorbeelden:
Ik denk dat dit gebruikt kan worden.
Ik denk dat dit kan worden gebruikt.
Ik denk dat dit kan gebruikt worden.
Ik denk dat dit gebruikt worden kan.
Dit overzicht beperkt zich tot de varianten die ik zelf als ervaringsdeskundige in de Nederlandse taal ben tegengekomen. Sommige worden in Nederland gebruikt, andere in België, sommige in beide landen.
In hoeverre zijn we ons bewust van deze verschillen?
Ik werd me voor het eerst bewust van deze verschillen tijdens de colleges toegepaste taalkunde van professor Frans Daems aan de UFSIA (nu Universiteit Antwerpen) in het academiejaar 1982 – 1983. In mijn herinnering kwamen enkel de eerste drie varianten aan bod in de cursus, waarbij de derde variant uitdrukkelijk als een Belgische variant werd benoemd die door 80% van de Vlamingen werd gehanteerd en door 20 % van de Nederlanders. Op het moment dat ik dit schrijf, had ik dit ook graag getoetst. Misschien leg ik de professor woorden in de mond die hij nooit uitgesproken heeft. Een en ander verifiëren in de cursus van professor Daems is jammer genoeg niet meer mogelijk. Na 30 jaar vind ik in mijn boekenkast slechts delen van voornoemde cursus terug. Trouwens, vermits we nu 30 jaar later zijn, is deze verhouding mogelijk veranderd of niet meer van toepassing. Stiekem hoop ik dat iemand de verhakkelde cursus online heeft gezet. Mijn zoektocht blijft tot op heden vruchteloos. De cursus is niet online te raadplegen.
Zelf ben ik van mening dat de 4 hierboven vermelde woordvolgorden van werkwoordsvormen mogelijk zijn in de Nederlandse taal en dat we ons in de dagdagelijkse realiteit niet altijd bewust zijn van de volgorde die we gebruiken.
Wie houdt er zich bezig met deze verschillen?
Mijn zoektocht op het internet leert mij dat ook anderen zich bezig houden met de verschillen in woordvolgorden van werkwoorden. De hierboven vermelde vierde variant vond ik namelijk ook terug op deze site van Ruud Harmsen. Ik heb hem aan het overzicht toegevoegd omdat ik ook deze variant wel eens hoor gebruiken. Ruud Harmsen vermeldt in totaal 6 varianten die hij aanduidt als permutaties. D.w.z.: elke van de mogelijke veranderingen van positie die binnen een groep mogelijk is. De lijst van permutaties kun je hier raadplegen. De eerste vier zijn qua zinsbouw gelijk aan mijn overzicht van gebruikte woordvolgorden van werkwoorden.
De 2 laatste permutaties kunnen in geen geval worden gezien als correct Nederlands taalgebruik. Daarom besteed ik er in dit artikel geen aandacht aan. De eerste twee permutaties komen zowel in België als in Nederland voor, waarbij de tweede meer formeel van aard is en tot de schrijftaal behoort. De derde permutatie wordt door Ruud Harmsen gezien als een puur Belgische variant die in Nederland niet gebruikt wordt. De vierde wordt door hem dan weer gezien als een woordvolgorde die enkel in het Duits gebruikt wordt, hoewel dit later genuanceerd wordt. De vierde permutatie is namelijk mogelijk in het Algemeen Nederlands in dichterlijk taalgebruik en in Limburgse dialecten.
Gevolgen van gebruik van verschillende woordvolgorden van werkwoordsvormen
-
Verstaanbaarheid:
Volgens mij leidt het gebruik van verschillende woordvolgorden van werkwoordsvormen niet tot problemen m.b.t. de verstaanbaarheid. Mogelijk zul je zowel in Nederland als in België een verwonderde blik krijgen bij zogenaamd ‘afwijkende’ woordvolgorden.
-
Bij het afleggen van een taaltest.
Mogelijk kan het gebruik van verschillende woordvolgorden van werkwoordsvormen leiden tot een minder resultaat bij het afleggen van deze taaltest. De opgaven van deze test worden geregeld gewisseld. In het onderdeel zinsbouw zijn woordvolgorden van belang. Wie als Belg deze Nederlandse test aflegt kan op bepaalde momenten onverwachte resultaten krijgen. Jammer genoeg zijn vergelijkbare tests op Belgische sites nog niet voorhanden. Misschien kan de Taalunie een soortgelijke test ontwikkelen?
Is de ene woordvolgorde van werkwoordsvormen beter dan de andere?
Het antwoord op deze vraag is eenvoudig te formuleren. Nee, alle door mij vermelde woordvolgorden bestaan naast elkaar en zijn volgens mij gelijkwaardig. De eerste drie volgorden worden erkend door de Taalunie. Alleen zul je de ene volgorde meer in België horen en de andere meer in Nederland.
Toegepaste taalkunde, Frans Daems, UFSIA, academiejaar 1982-1983
http://rudhar.com/lingtics/verbordr.htm
http://www.nederlandsetaaltest.nl/
http://taalunieversum.org/
http://taaladvies.net/