Het is een klein wonder als je kunt lezen. Dat je weet dat al die letters achter elkaar een woord vormen en die samen voor weer een zin. Met al die zinnen heb je weer een verhaal. Als kinderen kunnen lezen gaat het er een wereld voor hen open.

De meeste kleuters hebben voordat ze naar school gaan al enkele letters leren ontcijferen. Maar in groep drie gaat het "echte" lezen beginnen.

technisch lezen en aanvankelijk lezen

Voor een deel is het leren lezen een technisch proces. Kinderen moeten een leren welke klanken bij welke letters horen. Dan gaan die letters samen een woord vormen en het woord krijgt een betekenis. Enkele woorden achter elkaar vormen dan weer een zin en een aantal zinnentjes achter elkaar vormt een verhaal. Zo voltrekt zich het wonder van kinderen die langzaamaan in staat zijn zelfstandig te lezen. Rond Kerstmis lukt het vaak al met korte woordjes in korte zinnen en korte verhaaltjes. Als de paasvakantie aanbreekt, beheersen de meeste kinderen het aanvankelijk lezen al aardig. Ze kijken dan uit naar leuke boekjes op hun niveau om het echte leesplezier te ervaren.

Leren lezen veronderstelt dat er nog andere voorwaarden aanwezig moeten zijn dan alleen het kunnen decoderen. Die voorwaarden zijn:

  • concentratie kunnen opbrengen
  • verbeeldingskracht ontwikkelen
  • ervaring hebben met geschreven taal
  • zelfstandig kunnen werken
  • zelfvertrouwen hebben
  • er zin in hebben

Begeleiders kunnen hier heel veel bereiken als ze hun eigen leesplezier op een creatieve manier kunnen overbrengen op de jonge lezertjes.

AVI – niveau

Het is natuurlijk de bedoeling dat kinderen vorderingen maken in hun leesproces. Hiervoor is een meettechniek bedacht, die bekend werd door de niveau- aanduidingen die op de boeken staan. Het laagste niveau is 1 en het hoogste is 9. Aan het eind van groep 3 moet een kind in principe ongeveer niveau 4 kunnen halen. Via technische toetsen word uitgemaakt welk niveau een kind heeft. 

Op zich is het niet verkeerd dat de technische moeilijkheidsgraad van een boekje wordt aangegeven en dat een kind weet in welk leesgroepje hij zit. Maar om echt plezier te houden in het lezen, is er meer nodig. Een verhaal heeft ook een inhoud, is geschreven in een bepaalde stijl, heeft illustraties, wordt gedrukt in een mooi lettertype en krijgt een mooie lay-out. En het verhaal moet ook begrijpelijk zijn en aanspreken. Over dit alles zegt een niveau-aanduiding niets. 

Enkele tips 

+ Probeer de leeservaringen niet te herleiden tot een saai proces. Zorg voor een ruime omkadering van goed uitgekozen prentenboeken, leuke voorleesverhalen, gezellige rijmpjes en versjes en mooie posters. Gebruik daarnaast het klassikale niveaulezen niet als een manier om "er vanaf te zijn", dit werkt averechts.

+ Wees ook alert op de snelle lezers. Zorg voor voldoende differentiatie in het materiaal. Besteed ook voldoende aandacht en zorg aan de achterblijvers. Zorg ervoor dat de hele klas zoveel mogelijk als groep in het leesavontuur stapt. 

+ Probeer verder de ouders ervan te overtuigen dat hun eigen attitude tegenover het lezen heel belangrijk is. Als ze hun kinderen helpen bij het leren lezen, mag dit nooit als dwang of straf ervaren worden.

+ Kies het lesmateriaal dat je aan de kinderen aanbiedt, ook bij een bezoek aan de bibliotheek, met zorg uit. Houd daarbij rekening met de persoonlijkheid van ieder kind. Als je zelf een boek saai of onbenullig vindt, moet je dat ook niet aan kinderen opdringen. 

+ Vergeet tenslotte niet dat ook bij het aanvankelijk lezen het leesplezier mee voorop mag staan. Dus er moet ook ruimte zijn voor het bekijken van de kaft, aandacht besteden aan de inhoud, de illustrator, de auteur enzovoort. En natuurlijk, wees geduldig, tactvol en blijf zelf ook heel enthousiast!

Dorssemont,R. & Manderveld,M. (2008) Naar meer leesplezier. Wielsbeke,De Eenhoorn.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in